Wat te doen bij storingen?
Storing
Etensresten op het serviesgoed.
Reinigingsmiddelresten
Watervlekken op kunststofdelen.
Afwisbare of in water oplosbare
afzettingen in het reservoir of op
de deur.
26
Oorzaak
Serviesgoed te dicht op elkaar
ingeruimd, servieskorf te vol.
Sproeiarmen konden niet ongehinderd
ronddraaien.
Sproeiers van sproeiarmen verstopt.
Zeven 1Z vuil.
Zeef 1Z onjuist aangebracht en/of
niet vastgezet.
Te zwak afwasprogramma gekozen.
Serviesgoed te sterk voorgereinigd,
daarom kiest de sensortechniek voor
een zwak spoelprogramma.
Hardnekkig vuil kan gedeeltelijk niet
worden verwijderd.
Hoge, smalle serviesdelen worden in
de hoeken onvoldoende uitgespoeld.
Bovenste servieskorf 1* rechts
en links niet op dezelfde hoogte
erin gezet.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje
geblokkeerd door serviesgoed, daarom
gaat het deksel niet volledig open.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje
wordt geblokkeerd door het tablet.
Tabletten gebruikt in het
snelprogramma of korte programma.
Oplostijd van het reinigingsmiddel
wordt niet bereikt binnen het gekozen
korte programma.
Reinigende werking en oplosgedrag
nemen af bij langere opslagtijd, of het
reinigingsmiddel klontert sterk.
Druppelvorming op kunststof
oppervlakken is onvermijdelijk. Na het
afdrogen zijn watervlekken zichtbaar.
Inhoudstoffen van het reinigingsmiddel
zetten zich af. Deze aanslag laat zich
meestal niet chemisch verwijderen
(apparaatreinigingsmiddel, ...).
Bij "witte afzetting" op de
reservoirbodem is de
onthardingsvoorziening ingesteld op
een grenswaarde.
Deksel van het zoutreservoir 1R niet
dichtgedraaid.
Alleen bij glazen: Witte, moeilijk
verwijderbare aanslag op serviesgoed,
reservoir of deur.
Oplossing
Het serviesgoed zodanig inruimen dat er
voldoende vrije ruimte aanwezig is en de
sproeistralen het oppervlak van het
serviesgoed kunnen bereiken. Aanraakpunten
vermijden.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat de
draaibeweging van de sproeiarm niet wordt
gehinderd.
Sproeiers van de sproeiarm reinigen,
(zie Reinigen en onderhouden).
Zeven schoonmaken, (zie Reinigen en
onderhouden).
Zeef goed aanbrengen en vastzetten.
Krachtiger spoelprogramma kiezen.
Serviesgoed niet voorspoelen. Alleen de
grotere etensresten verwijderen.
Geadviseerd programma Eco 50° of Intensief.
Hoge, smalle serviesdelen niet te schuin en
niet in de hoeken inruimen.
Bovenkorf met hendels aan de zijkant op
dezelfde hoogte instellen.
Deksel van het reinigingsmiddelbakje mag niet
worden gehinderd door serviesgoed.
Geen serviesgoed of geurdispenser in het
tablettenbakje doen.
Het tablet moet dwars en niet op de korte kant
worden gelegd.
Oplostijd van tabletten van een
snelprogramma of een kort programma is te
lang
Reinigingspoeder of een krachtiger
programma gebruiken.
Ander reinigingsmiddel gebruiken.
Krachtiger programma gebruiken (hoger
waterverbruik).
Schuin zetten bij het inruimen.
Glansspoelmiddel gebruiken.
Onthardingsinstelling eventueel verhogen.
Ander merk reinigingmiddel nemen.
Apparaat mechanisch reinigen.
Onthardingsinstelling verhogen en eventueel
een ander reinigingsmiddel gebruiken.
Zoutreservoirdeksel goed dichtdraaien.
Zie „Schade aan glas en serviesgoed".