5. Zet de chokehendel in de halfgeopende stand
als u een koude motor start. Als u een warme
motor start, hoeft u de choke niet te gebruiken.
6. Trek de handgreep van de terugloopstarter naar
buiten totdat deze vastgrijpt, trek vervolgens
krachtig hieraan om de motor te starten. Open
de choke als de motor warm wordt.
Belangrijk: Trek het startkoord niet tot
het eind naar buiten of laat de handgreep
van de starter niet los als u het koord
naar buiten trekt, omdat dan de kans
bestaat dat het koord breekt of het
terugloopmechanisme schade oploopt.
Motor afzetten
1. Schakel de tractie en de messenkooi uit
en zet de gashendel op Langzaam en de
Aan-/Uit-schakelaar op Uit.
2. Alvorens de machine te stallen, moet u de
bougiekabel losmaken van de bougie om
te voorkomen dat iemand per ongeluk de
machine start.
3. Sluit de brandstofafsluitklep alvorens de
maaimachine op te slaan of te transporteren in
een voertuig.
Transport
Opmerking: Laat de motor van de
maaimachine nooit lopen als u deze vervoert op
een aanhangwagen, omdat hierdoor schade aan de
maaimachine kan ontstaan.
1. Trap de kick-standaard omlaag met uw voet en
trek de handgreep omhoog om de maaimachine
te laten steunen op de kick-standaard.
2. Om de machine van de kick-standaard te halen,
moet u de handgreep omhoogtrekken en de
achterzijde van de machine laten zakken op de
transportwielen.
3. Controleer of de tractie en de messenkooi zijn
uitgeschakeld, en start de motor.
4. Zet de gashendel op Langzaam, kantel de
voorzijde van de machine voorzichtig omhoog
om de tractie-aandrijving in te schakelen en
verhoog geleidelijk aan de snelheid.
5. Zorg ervoor dat de gashendel zodanig is
afgesteld dat de maaimachine met de gewenste
snelheid kan worden gebruikt, en rij de
machine naar de plaats van bestemming.
Voorbereidingen voor het
maaien
1. Schakel de tractie uit, zet de gashendel op
Langzaam en zet de motor af.
2. Trap de kick-standaard omlaag met uw voet en
trek de handgreep omhoog om de maaimachine
te laten steunen op de kick-standaard.
3. Verwijder de transportwielen.
4. Haal de machine van de kick-standaard.
Maaien
Bij het juiste gebruik van de machine wordt het
gazon uiterst gelijkmatig gemaaid.
Belangrijk: Het grasmaaisel functioneert
als een smeermiddel tijdens het maaien. Als u
het maaidek te vaak zonder maaisel gebruikt,
kan de machine schade oplopen.
Vóór het maaien
Zorg ervoor dat het maaidek nauwkeurig is
afgesteld en gelijkmatig op beide kanten van de
messenkooi is geplaatst. Als de machine verkeerd
is afgesteld, komt dit versterkt naar voren in het
uiterlijk van het gazon. Verwijder alle vreemde
voorwerpen van het gazon, voordat u gaat maaien.
Houd iedereen, vooral kinderen, en huisdieren uit
het werkgebied.
Wijze van maaien
Maai een gazon in een rechte lijn en ga daarbij heen
en weer over het gazon. Maai niet in een cirkel
en draai de machine nooit op een gazon omdat
dit hierdoor kan worden beschadigd. Als u de
machine wilt draaien, moet u deze van het gazon
af rijden, de messenkooi opheffen (handgreep
omlaag duwen) en draaien op de tractietrommel.
Maai bij een normale loopsnelheid. Snelheid
levert weinig tijdwinst op en leidt tot slechtere
maairesultaten.
Om ervoor te zorgen dat het u gazon in een rechte
lijn maait en de machine op een gelijke afstand
van de rand van de vorige maaibaan blijft, moet
u de markeringsstrepen op de mand gebruiken
(Figuur 19).
20