Wanneer de draaibank lange tijd gebruikt is, gaat de hendel van de slotmoer loszitten en moet daarom opnieuw
worden afgesteld. Ga als volgt te werk:
•
Draai de vier stelschroeven los en verwijder de schroefdraadklok.
•
Druk op de hendel en beweeg deze naar boven of beneden. Stel de schroeven af wanneer de gewenste druk is
bereikt.
•
Plaats de schroefdraadaanwijzer terug en draai de stelschroeven weer stevig vast.
Een overbelastkoppeling (50, afb. Bedieningselementen) bevindt zich in het midden van de slotplaat. De koppeling
dient ervoor om overbelasting te voorkomen. De maximale belasting bedraagt 12 kg. De juiste belasting wordt
middels het handwiel in het midden van de slotkast afgesteld. Draai de schroef naar rechts om de druk te vergroten,
naar links om de druk te verkleinen. Controleer of de juiste belasting is ingesteld door op het handwiel van de
langsvoeding te drukken terwijl de automatische voeding actief is. Wanneer de belasting meer dan 12 kg bedraagt,
moet de voeding meteen worden uitgeschakeld.
11.3 a
fsTellen van losse kop
Ga als volgt te werk om de nauwkeurigheid van de losse kop af te stellen:
•
Draai de 2 zeskantschroeven los die het huis van de losse kop en de bodemplaat met elkaar verbinden.
•
De afstelling is afhankelijk van de gewenste hoek van de kop. Draai hiervoor de stelschroeven los en stel de kop
af.
•
Draai de stelschroeven en zeskantschroeven weer aan. Deze schroeven mogen niet te strak worden
aangedraaid, dit kan anders de bediening van de klemhendel bemoeilijken.
11.4 v-
snaarspanning
De V-snaarspanning neemt na verloop van tijd af. Span deze als volgt:
Open het deksel aan de linkerachterzijde van de draaibank. Draai de moer los, de motor zal naar beneden zakken en
span de V-snaar. Draai de moer weer stevig vast.
11.5 a
v-
fsTellen
snaar van voeTrem
Slijtage van het remblok leidt tot een verminderde riemspanning. Stel de moer op de riem opnieuw af. Open het
deksel aan de linkerachterzijde van de machine en verwijder de bovenste moer. Plaats de onderste moer in de juiste
positie. Plaats beide moeren en het deksel weer terug.
11.6 a
fsTellen van rem en microscHakelaar
De voetrem is gekoppeld aan de microschakelaar. Er moet een speling van 3-5 mm tussen de remnok en de
bovenkant van de microschakelaar aanwezig zijn. Wanneer u de voetrem heeft gebruikt, moet u de hendel voor de
spindel bedienen om de spindel weer te laten draaien.
11.7 b
ijsTellen van speling van leispil
Wanneer de schroefdraden zich ophopen, komt dit door speling van de leispil. Stel de borgmoer aan de achterkant
van de leispil af. Open de afdekking aan de achterkant van de leispilhouder en draai de moer zo strak mogelijk aan.
Controleer of er geen speling meer is door de hendel van de slotmoer (9, afb. Bedieningselementen) naar beneden
te bewegen en het handwiel van de slotkast (20) te draaien. Zorg dat er geen speling meer is tussen leispil en
tandwielkast.
11.8 o
nderHoUd van koelpomp
Het filter moet goed schoon worden gemaakt, dit voorkomt voorstopping. Minimaal 1 maal per half jaar moet de
koelvloeistof worden vervangen.
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
13