U kunt uw computer vanuit de stand voor energiebesparing starten door op de
aan-/uit schakelaar te drukken.
6.4.2. Energie besparen (Slaapstand)
Bij deze instelling blijft de volledige inhoud van het werkgeheugen van uw
notebook bewaard terwijl vrijwel alle andere componenten worden uitgeschakeld
om het energieverbruik tot een minimum te beperken. Wanneer u b.v. het
notebook dichtklapt wordt het in de spaarstand gezet en bij het openklappen
automatisch weer opgestart!
OPMERKING!
De instellingen voor energiebesparing kunnen op elk moment in het
energiebeheer worden gewijzigd.
6.4.3. Tips voor energiebesparing
•
Gebruik de toets Fn + F1 voor de slaapstand om de energiezuinige stand in te
schakelen.
•
Schakel de instellingen in Energiebeheer in om het energiebeheer van de
computer te optimaliseren.
•
Haal altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, verwijder de accu of
schakel de wandschakelaar van het stopcontact uit als de computer gedurende
langere tijd niet zal worden gebruikt om het energieverbruik tot nul terug te
brengen.
De functie voor energiebeheer stelt de computer in staat om een spaar- of
„slaapstand" te activeren na een periode van inactiviteit van de gebruiker.
Om gebruik te maken van deze potentiële energiebesparingen, is de functie voor
energiebeheer vooraf ingesteld op het volgende gedrag als het systeem werkt op
netvoeding:
•
Het scherm wordt na 5 minuten uitgeschakeld
•
De slaapstand wordt na 10 minuten geactiveerds
De computer verlaat de slaapstand wanneer op de aan-/uit schakelaar of knop voor
de slaapstand wordt gedrukt.
6.4.4. ECO-functie (optioneel)
Deze functie kan u helpen om energie te besparen en de gebruikstijd van uw
batterij te verhogen (Fn + F4).
28 van 72