07/06/01 17:29:34 39Z6C600_003
OLIEVULDOP
BOUGIE
OLIEAFTAP-BOUT
ELEKTRISCHE STARTMOTOR
EIGENSCHAPPEN
OIL ALERT SYSTEEM (betreffende uitvoeringen)
''Oil Alert is een gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten''
Het Oil Alert systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als gevolg
van een te geringe hoeveelheid olie in het carter. Al voordat het olieniveau
in het carter beneden een veilige grenswaarde daalt, zal het Oil Alert
systeem de motor automatisch uitschakelen (de motorschakelaar blijft in
de stand ON staan).
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ) zodra de motor uitschakelt
en niet wil starten, voordat u naar andere oorzaken gaat zoeken.
Magneetklep onderbreking brandstoftoevoer
De motor is uitgerust met een magneetklep voor brandstoftoevoer; deze
geeft de brandstoftoevoer naar de hoofdsproeier van de carburateur vrij
wanneer de motorschakelaar in de stand ON of START staat en sluit de
brandstofstroom naar de hoofdsproeier af wanneer de motorschakelaar in
de stand OFF staat.
De motor moet zijn aangesloten op de accu om de magneetklep voor
brandstoftoevoer te kunnen bekrachtigen en zo de motor te laten lopen.
Als de accu niet is aangesloten, is de brandstoftoevoer naar de
hoofdsproeier van de carburateur onderbroken.
Oliekoeler
(GX670)
De GX670 motor is uitgerust met een oliekoeler om een correcte
temperatuur te handhaven.
HOOG GEMONTEERDE
UITLAATDEMPER (type B)
HOOG GEMONTEERDE
UITLAATDEMPER (type A)
OLIEPEILSTOK
OPZIJ GEMONTEERDE
UITLAATDEMPER
7
GEBRUIKSCONTROLES VOORAF
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds
even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los
vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw
onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
verhelp een eventueel gevonden probleem.
Ga voordat u de gebruikscontrole verricht eerst na of de motor wel
horizontaal staat en de motorschakelaar in de stand OFF staat.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Controleer de algehele conditie van de motor
1.
Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
2.
Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
3.
Let op tekenen van schade.
4.
Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten.
Controleer de motor
1.
Controleer het brandstofniveau. Door al te beginnen met een volle tank
zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen heeft om bij te
moeten tanken.
2.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina
een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) zorgt dat de motor
automatisch uitschakelt voordat het olieniveau daalt tot beneden een
veilige grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht
uitschakelen te vermijden, is het beter het motorolieniveau altijd te
controleren voordat u de motor start.
3.
Controleer het luchtfilterelement (zie pagina
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
4.
Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door
deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u
hoort te volgen voordat u de motor start.
NEDERLANDS
7
). Als de motor draait met
9
). Een vervuild
3