Inhoudsopgave
Advertenties
7
Overbelasting
Het inverterlasapparaat ST 140/60 DC is door beveiligingsinrichtingen tegen overbelasting beveiligd. Bij het
overschrijden van de toegestane inschakelduur schakelt het apparaat automatisch uit. Dit wordt door de
controlelamp (3) aangegeven.
Na korte tijd is het apparaat weer klaar voor gebruik.
Attentie: Het apparaat in de afkoelfase niet uitschakelen, omdat anders de afkoeltijd aanzienlijk verlengd wordt
(koelmotor loopt niet meer).
8
Het oplossen van storingen
Tijden het lassen licht de controlelamp (3) op en het
apparaat geeft geen stroom meer.
Tijdens het lassen heeft u moelijkheden, de
ontsteking van de lichtboog vast te houden.
Bij ingeschakeld apparaat is geen lasstroom
beschikbaar.
Apparaat onsteekt bij WIG-lassen slecht.
Poriën in lasnaad.
9
Veiligheidsvoorschriften
-
Het apparaat mag alleen gebruikt worden waarvoor het is ontwikkeld (WIG- en elektroden lassen).
-
Alleen stroombronnen met een feilloos werkende bescherminrichting gebruiken.
Bij het lichtbooglassen moeten de veiligheidsvoorschriften 21.0 "lassen, snijden en aanverwante werkzaamheden"
(VBG 15) in acht genomen worden.
9.1 Voorzorgsmaatregelen tegen elektrische ongevallen
De lasleidingen moeten goed geleidend en mechanisch vast aangesloten worden. Net- en laskabels moet tegen
beschadigingen beschermd worden. Eventuele beschadigde aansluitkabels moeten direct door orginele onderdelen
vervangen worden. Bij korte las pauzes moet de brander op een geisoleerde ondergrond neergelegd worden. Bij
langere werkonderbrekingen moet de machine uitgeschakeld worden. Bij het lassen moeten droge en isolerende
handschoenen en schoenen gedragen worden. Bij onderhouds- en reparatie werkzaamheden moet het apparaat
van het stroomnet gescheiden worden (stekker uit stopcontact halen).
Veiligheidsmaatregelen tegen straling, brandwonden en vergiftigingen:
-
Door geschikte beschermende kleding (lange lashandschoenen, lasschort enz.) te dragen, wordt verbranding
voorkomen.
-
Bij het lassen moet altijd een laskap gebruikt worden.
-
De werkplek moet zo afgeschermd worden, dat zich in de nabijheid bevindende personen beschermd zijn.
-
Bij het lassen van verontreinigde oppervlaktes kunnen giftige gassen onstaan. Zorgt u voor een schoon
werkoppervlak.
-
Verzinkte delen mogen niet gelast worden, omdat zinkdampen giftig zijn.
-
Bij het werken in kleine ruimtes moet er voor voldoende ventilatie gezorgd worden.
-
Bij laswerkzaamheden met verhoogde kans op elektrische schokken moet u onbeschadigde, droge en
isolerende beschermende kledij dragen.
- De beveiligingsinrichting bij overtemperatuur werd
geactiveerd. Laat het apparaat ingeschakeld en wacht
gedurende enkele minuten.
- De elektrode te lang bewaard, vochtig of beschadigd.
- Voedingsspanning te laag (< 190 V bij volle belasting).
- Kabel te lang
- zekering controleren
- Stroomspanning te hoog (boven 250 Volt) omdat de
bescherminrichting dan inschakelt.
- geen of onvoldoende beschermgas
- wolframelektrode fout geslepen
- foutieve elektrodediameter
- materiaaloppervlak niet vetvrij
- verkeerde instelling van het beschermgasdebiet (te
hoog, of te laag)
- verkeerd beschermgas (enkel zuiver argon)
- verontreinigd beschermgas
- foutieve toortshouding
Advertenties
Inhoudsopgave
