Brightness (Helderheid): Stelt het helderheidsniveau van het camerabeeld in.
Contrast: Stelt het kleurverschil tussen de lichtste en donkerste delen in.
Hue (Tint): Stelt de totale kleurgraad van het beeld in.
Saturation: Stelt de saturatiegraad in.
Sharpness (scherpte): Stelt het scherpteniveau van het beeld in.
Noise Reduction (Ruisonderdrukking): Vermindering van de ruis om een duidelijker beeld te
verkrijgen. Door de waarde te verhogen wordt het ruisonderdrukkingseffect versterkt maar
wordt de beeldresolutie verlaagd.
Defog: Activeer deze functie en stel een geschikte waarde in bij omgevingen met mist, stof,
smog of regen, om heldere beelden te verkrijgen.
Backlight Compensation (BLC) (Tegenlichtcompensatie):
Off (Uit): deactiveert de tegenlichtcompensatie. Dit is de standaardmodus.
HWDR: WDR kan de camera bijstellen om een beter beeld te leveren wanneer er
tegelijkertijd zeer lichte en zeer donkere omstandigheden in het beeldveld heersen.
De opname wordt een paar seconden gestopt terwijl wordt omgeschakeld van de niet-WDR-modus
naar de WDR-modus.
HLC: verlaagt de lichtheid van het gehele beeld door onderdrukking van de lichtheid
van het lichte beeldgedeelte en beperking van de omvang van het stralenkransgebied.
BLC: Indien dit is geactiveerd, zal de automatische belichting actief worden
afhankelijk van de scène, zodat het object van het beeld in het donkerste gebied duidelijk te
zien is.
Antiflicker:
Off (Uit): deactiveert de antiflikkerfunctie. Dit wordt meestal buiten gebruikt.
50Hz: reduceert flikkeren in verlichtingsomstandigheden van 50Hz.
60Hz: reduceert flikkeren in verlichtingsomstandigheden van 60Hz.
White Balance (Witbalans): Past de kleurtemperatuur automatisch aan op basis van de omgeving.
Frequency (Frequentie): 50Hz en 60Hz zijn selecteerbaar.
Exposure Mode (Belichtingsmodus): Selecteer "Auto" (Automatisch) of "Manual" (Handmatig). Als
handmatig wordt gekozen, kan de snelheid van de digitale sluiter worden afgesteld.
26