3 Temperatuurmeting en gezichtsherkenning
3.1
Temperatuurmeetinstellingen
Nadat het netwerk is verbonden, gaat u naar de web client. Klik op
ConfigTemperature Measurement (Temperatuurmeting) om naar de volgende
interface te gaan.
1.
Schakel Temperature Measurement (Temperatuurmeting) in, selecteer naar behoefte de
temperatuur in Celsius of Fahrenheit in en stel daarna de hoge temperatuurdrempel en de lage
temperatuurdrempel in. Als de gemeten polstemperatuur hoger of lager is dan de ingestelde
waarde, wordt er een alarm getriggerd.
2.
Stel de alarmduur in.
3.
Stel de alarmtriggeropties in.
Trigger Alarm Out (Trigger alarm uit): Indien ingeschakeld, wordt het alarm-uitgangsapparaat
getriggerd bij detectie van een afwijkende temperatuur.
Trigger Audio Alarm: Indien ingeschakeld, zal het systeem de huidige polstemperatuur uitzenden
bij het detecteren van een lichaam. Ongeacht of de gemeten polstemperatuur normaal is of
afwijkend, zal de bijbehorende melding klinken. Als dit item is uitgeschakeld, wordt de gemeten
temperatuur niet uitgezonden.
Trigger SD Snap (Trigger SD-snapshot): Indien ingeschakeld, zal het systeem beelden vastleggen bij
detectie van een afwijkend
Configuratie
9