1. Balanceerklepgeheel
2. O-ring
3. Vleugelmoer
4. Elleboog 90°
5. Slangklem (6)
6. Rechte geribde fitting (2)
5. Schuif een vleugelmoer over de 90°-elleboog en zet
de elleboog vast door de vleugelmoer er met de hand
aan vast te draaien.
6. Zoek de afvoerslang onder de machine en snijd de
slang door op ongeveer 61 cm van de afvoerklep
(Figuur 3).
7. Schuif een slangklem over elk uiteinde van de
slang en plaats een geribde T-fitting tussen de
slanguiteinden (Figuur 3).
8. Zet de T-fitting vast door de slangklemmen aan
beide kanten van de fitting vast te zetten.
9. Snijd de mengomloopslang (Figuur 3) door op 5 tot
7,5 cm van de elleboogfitting.
10. Plaats de mengomloopslang tussen de T en de
elleboog (Figuur 3).
Figuur 3
7. Kogelklep
8. Mengomloopslang
9. Geribde T-fitting slang
10. Afvoerslang
11. Aftapventiel
11. Bevestig met slangklemmen de uiteinden van de
slang aan de T-fitting en elleboog.
12. Breng de kogelklep en 2 rechte geribde fittings en 2
slangklemmen aan, zoals getoond in Figuur 3.
13. Bevestig de kogelklep en 2 rechte slangfittings met 2
slangklemmen (Figuur 3).
Opmerking: Gebruik leidingstape op de leiding.
Balanceerkleppen kalibreren
De balanceerkleppen leiden vloeistof terug naar de
tank als u een gedeelte van de spuitboom uitschakelt.
Elke spuitboomomloopklep bevindt zich voor de
corresponderende klepsectie. U kunt deze kleppen
afstellen om ervoor te zorgen dat de druk van
de spuitbomen constant blijft, ongeacht hoeveel
spuitbomen zijn ingeschakeld.
2