Verklarende woordenlijst
LAN
Local Area Network = lokaal netwerk
Een lokaal netwerk is een aaneensluiting van netwerkcomponenten met het doel om
gegevens uit te wisselen en hulpbronnen samen te gebruiken. De ruimtelijke uitbrei-
ding is tot een bepaald gebied (een oppervlakte) beperkt. In de regel zijn gebruiker en
exploitant dezelfde. Een lokaal netwerk kan met andere lokale netwerken of met een
wijd lokaal netwerk (WAN) als ook met het internet verbonden worden.
Mbps
Megabits per second / Millions of bits per second (MBit/s)
Mbps is een eenheid waarin de snelheid bij de transmissie van gegevens in een netwerk
kan worden uitgedrukt.
MAC-adres
Media Access Control Address
Het MAC-adres dient voor de wereldwijd unieke identificatie van een netwerkadapter.
Het bestaat uit zes delen (hexadecimale getallen), bijvoorbeeld 00-90-96-34-00-1A. Het
MAC-adres wordt door de fabrikant van de netwerkadapter verstrekt en kan niet worden
gewijzigd. U ziet het MAC-adres van de netwerkadapter als u in het invoervak Uitvoeren
de opdracht ipconfig / all invoert onder de vermelding "fysiek adres".
Netwerk
Een netwerk is een verband van apparaten die via verschillende kabels of draadloze tra-
jecten verbonden zijn en gemeenschappelijke bronnen, zoals gegevens en randappara-
tuur, delen. Men maakt een fundamenteel onderscheid tussen lokale netwerken (LAN's)
en wijde lokale netwerken (WAN's).
Netwerkadapter
De netwerkadapter is de hardware die de aansluiting van een netwerkcomponent op
een lokaal netwerk realiseert. De aansluiting kan hierbij draadloos of draadgebonden
zijn. Een draadgebonden netwerkadapter is bijvoorbeeld een ethernet-netwerkkaart.
Draadloze netwerkadapters zijn bijvoorbeeld de Gigaset USB Adapter 108, de
Gigaset PC Card 108 of de USB Stick en de Gigaset PCI Card.
Een netwerkadapter heeft een uniek adres, het MAC-adres.
Protocol
Een protocol beschrijft de overeenkomsten voor de communicatie in een netwerk.
Het bevat regels over opbouw, beheer en afbreken van een verbinding, over gegevens-
formaten, tijdsverloop en eventuele foutbehandeling. Voor de communicatie van twee
toepassingen zijn verschillende protocollen op verschillende niveaus nodig, bijvoor-
beeld de TCP/IP-protocollen in het internet.
RC4
RC4 is een coderingsalgoritme waarop de coderingen WEP en TKIP zijn gebaseerd. Bij-
zondere kenmerken van dit algoritme zijn een geheime sleutel en een variabele sleutel-
lengte.
43