Algemene luchtaansluitingen
De luchtaansluitingen moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met de toepasselijke voorschriften.
Om te voorkomen dat het geluid naar de ventilatieap-
paratuur wordt overgedragen, kan het raadzaam zijn
om een geluiddemper in de leiding in te bouwen of
de bijgeleverde geluiddemper in de F110 te monteren.
De aansluitingen moeten worden uitgevoerd via flexi-
bele slangen, die zo moeten worden geïnstalleerd dat
ze eenvoudig kunnen worden vervangen. Kanalen die
koud kunnen worden, moeten over de hele lengte
worden geïsoleerd met dampdicht isolatiemateriaal
(PE30). Zorg ervoor dat de condensatie-isolatie is afge-
dicht bij verbindingen en/of toevoernippels, geluiddem-
pers, dakkappen enz. Er moet worden gezorgd, dat
inspectie en reiniging van de kanalen mogelijk is.
Controleer of er geen verkleining van de doorlaat op-
treedt in de vorm van plooien, scherpe bochten enz.,
want hierdoor zal de capaciteit afnemen. Het luchtka-
nalensysteem moet minimaal luchtdichtheidsklasse B
zijn.
Indien de binnenkomende lucht naar de F110 veel
deeltjes bevat en er veel behoefte is aan warmtapwa-
ter, dan moet de warmtepompmodule worden uitge-
rust met een luchtfilter (HQ12) (bijgeleverd).
16
Hoofdstuk 4 |
Leiding- en luchtaansluitingen
Lucht-in
Lucht-uit
Het filterpatroon installeren
Het filterpatroon heeft twee aansluitingsafmetingen,
125 mm of 160 mm.
1. Controleer de diameter van het luchtkanaal voor
de toevoerlucht.
2. Wanneer het luchtkanaal een grote diameter (Ø
160 mm) heeft, moet de binnenring worden ver-
wijderd uit de bovenkant van het filterpatroon.
3. Snijd net binnen de binnenrand van de buitenring
met behulp van een scherp mes. Het kunststof is
eenvoudig te snijden.
4. Druk het filterpatroon op zijn plek in de aansluiting
voor de toevoerlucht (XL43).
De aansluiting installeren
Indien het filterpatroon niet wordt geplaatst, wordt
de bijgeleverde aansluiting geïnstalleerd in de toevoer-
luchtaansluiting (XL43).
De geluiddemper monteren
1. Verwijder de pluggen van de bijgeleverde geluid-
demper.
2. Monteer de geluiddemper in de aansluiting voor
uitgaande lucht (XL44).
NIBE™ F110