WAARSCHUWING
OPGELET
83243507 1/2017-06 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Zonnesysteem WTS-F1
6 Inbedrijfstelling
6.3 Zonne-installatie in bedrijf stellen
1. Collectorkring vullen, spoelen en ontluchten
Verbrandingsgevaar door inbedrijfstelling bij hoge zonnestraling
Een heet warmtedraagmedium kan brand veroorzaken.
Inbedrijfstelling van het zonnesysteem enkel bij geringe zonnestraling (bijv.
's ochtends) of bij afgedekte collectoren uitvoeren.
Beschadiging van het warmtedraagmedium door het vullen bij hoge
zonnestraling
De werking van het warmtedraagmedium kan door het vullen bij te hoge tempera-
tuur negatief beïnvloed worden.
Installatie enkel bij geringe zonnestraling (bijv. 's ochtends) of bij afgedekte
collectoren vullen.
Jetpomp 6 met gevuld warmtedraagmedium-reservoir 9 op de kogelkraan 4
en kogelkraan 0 aansluiten.
Kogelkraan 4, 5, 7 en 0 openen en kogelkraan 2 op 45° zetten.
Kogelkraan 3 sluiten.
Jetpomp aanzetten.
Kraan 0 en terugloopkogelkraan 3 meermaals kort in werking stellen, om de
druk te verhogen.
Laatste luchtbellen ontsnappen.
Zonne-installatie minstens 20 minuten spoelen.
Warmtedraagmedium stroomt luchtbelvrij uit de afvoerbuis.
Zonnepomp via het ontluchtingsventiel q ontluchten.
Vertrekbuis via het ontluchtingsventiel 1 ontluchten.
Kogelkraan 4 en 0 sluiten.
Jetpomp uitschakelen.
Kogelkraan 2 en 3 openen.
Kapventiel 8 plomberen.
16-36