Menu 5.1.22 - heat pump testing
Voorzichtig!
Dit menu is bedoeld voor het testen van de
F1245PC volgens verschillende standaarden.
Gebruik van dit menu voor andere doeleinden
kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct
functioneert.
Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere
standaard.
Menu 5.2 - systeeminstellingen
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor
de warmtepomp, bijv. welke accessoires er geïnstal-
leerd zijn.
Menu 5.2.4 - accessoires
Hier laat u de warmtepomp weten welke accessoire
hier geïnstalleerd zijn.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automa-
tische functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de
OK-toets om automatische aangesloten accessoires
voor de F1245PC te vinden.
LET OP!
"niveausensor" worden niet automatisch ge-
vonden, maar moeten met de hand worden
aangevinkt.
Voorzichtig!
Vink alleen de optie externe (open) bronpomp
aan als het accessoire AXC 40 moet worden
gebruikt om de circulatiepomp te regelen.
Menu 5.3 - instellingen accessoire
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstal-
leerd en geactiveerd zijn, worden verricht in de subme-
nu's hiervoor.
Menu 5.3.1 - FLM
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu
bedrijf van de circulatiepomp in de afvoerluchtmodule.
NIBE™ F1245PC
tijd tussen ontdooibeurten: Stel de minimale tijd in
die moet verstrijken tussen ontdooiprocedures van de
warmtewisselaar in de afvoerluchtmodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordt
de warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt
gevormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt de
warmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaar
af en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmt
de warmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en wegloopt
via de condens afvoerslang.
maanden t. filteralarms: Stel in hoeveel maanden er
moeten verstrijken voordat de warmtepomp aangeeft
dat het tijd is om het filter in de afvoerluchtmodule te
reinigen.
Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regel-
matig schoon. Het interval hangt af van de hoeveelheid
stof in de ventilatielucht.
koelen activeren: Activeer hier koeling via de afvoer-
luchtmodule. Als de functie geactiveerd is, worden de
koelingsinstellingen weergegeven in het menusysteem.
Menu 5.3.2 - shuntgestuurde bijverw.
start bijverwarming
Instelbereik: -2000 – -30 GM
Standaardwaarde: -400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale tempe-
ratuur in voor het starten van de externe bijverwarming
met shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte
boiler.
Voor de shunt kunt u de shuntversterking en de
shuntwachttijd instellen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
59