SmartRelais 3-systeem
(Manual)
OPMERKING
Eerste programmering via USB
De controller kan via TCP/IP worden opgeroepen. Maar in de uitlevermodus
is er geen IP-adres toegewezen. Daarom moet de eerste programmering,
waarbij een IP-adres wordt toegewezen, worden uitgevoerd met een USB-
verbinding.
ü
Componenten van spanning voorzien.
Controller met USB-kabel op pc aangesloten.
ü
ü
Lezer op de controller aangesloten (zie
ü
LSM geïnstalleerd en als administrator opgestart.
Aan systeemvoorwaarden voldaan.
ü
ü
Communicatieknooppunt ingericht (VNHost en CommNode, zie LSM-
manual).
1. Leg een nieuw G2-sluitsysteem aan.
2. Open de instellingen van het sluitsysteem door te klikken op de but-
ton ... .
3. Ga naar de registerkaart [Kaartbeheer G2].
4. Open het dropdown-menu ▼ Type kaart.
5. Selecteer uw type kaart.
6. Open het dropdown-menu ▼ Configuratie.
7. Selecteer een configuratie.
OPMERKING
Geschikte configuraties
Voor het gebruik in een sluitsysteem met een SREL3-ADV-systeem zijn uit-
sluitend AV-configuraties geschikt.
8. Klik op de button overnemen .
9. Klik op de button beëindigen .
9
De Matrix-weergave wordt weer zichtbaar.
10. Leg een nieuw sluitsysteem van het type G2-Smart Relay 3 aan.
11. Open de instellingen door dubbel te klikken op de vermelding van het
SmartRelais 3 in de Matrix.
12. Ga naar de registerkaart [IP-instellingen] (Hulp voor de IP-instellingen,
zie
IP-instellingen bepalen [
13. Voer een IP-adres in.
14. Voer een IP-subnetmasker in.
15. Open het dropdown-menu ▼ Communicatieknooppunt.
Bedrading [
29]
).
}
8. Configureren
26 / 157
62]
).
}