7.
Plaats de aftapplug terug.
8.
Gebruik een oliespuit (onderdeelnr. 137-0872)
om de aandrijfkast te vullen met 50 cc 80-90W
olie.
Figuur 27
1. Spuit met 50 cc 80-90W
olie
9.
Plaats de vulplug en zet de ontluchtingsplug
vast.
10.
Draai alle pluggen vast met een torsie van 3,62
tot 4,75 N·m.
Figuur 28
Linkerkant getoond
1. Ontluchtingsplug
2. Vulplug
g242120
2. Vulopening
g240921
3. Aftapplug
De messenkooi van de
groomer reinigen
Onderhoudsinterval: Na elk gebruik
Spuit de messenkooi van de groomer na gebruik
schoon met water. Richt het water niet rechtstreeks
op de lagerdichtingen van de groomer. Laat de
messenkooi van de groomer niet in water staan om te
voorkomen dat de onderdelen gaan roesten.
De maaimessen
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer de messen van de messenkooi van de
groomer regelmatig op beschadigingen en slijtage.
Recht gebogen messen met een buigtang. Vervang
versleten messen en haal de borgmoeren aan met
een torsie van 42 tot 49 N∙m. Als u de maaimessen
controleert, moet u ook controleren of de moeren op
het rechter- en linkeruiteinde van de messen goed
vast zitten.
Opmerking:
Als u stalen veermessen gebruikt
en u merkt dat de ene zijde van het mes versleten
raakt, verwijder dan de groomermessenkooi, draai
deze 180 graden en monteer deze opnieuw zodat de
nieuwe zijde in de draairichting wijst.
Opmerking:
Omdat bij gebruik van de groomer
soms meer vreemd materiaal (bijvoorbeeld vuil en
zand) in de maai-eenheid kan terechtkomen dan de
messenkooi gewoonlijk te verwerken krijgt, moet u het
ondermes en de hoofdmessenkooi vaker controleren
op slijtage. Dit is met name van belang bij een
zanderige ondergrond en/of wanneer de groomer is
ingesteld op een grote werkdiepte.
1. Mes van de groomer
2. Botte (afgeronde) randen
16
Figuur 29
3. Scherpe randen
g010613