Inhoudsopgave
Advertenties
De EV-lader op het netwerk aansluiten en configureren
Voorwaarde
40
Handleiding – AC SMART
Control box
Afbeelding 9.6
Laadnetwerk
► Klik op Load management/General.
► Activeer Satellite box of Control box.
► Alleen voor dynamisch belasting-/laadmanagement en alleen voor de
controlbox: activeer Dynamic.
► Alleen voor de controlbox: voer de gewenste waarde in voor Global
current limit [A].
► Selecteer voor de Connection to external measurement de gewenste
interface of TCP of RTU.
Alleen bij ADVANCED: voor modbus RTU kunnen alleen de energiemeters uit
Hoofdstuk 4.12 op pagina 18 worden gebruikt. Voor modbus TCP moeten
de waarden van de geïnstalleerde energiemeter apart worden ingevoerd in
het menu Load Management/Ext. measurement.
► Alleen voor de controlbox: voer de IP-adressen van alle aangesloten
satellietboxen in.
► Klik op Save.
► Klik op Refresh.
In het veld Connected wordt weergegeven of communicatie tussen de
satellietbox en de controlbox mogelijk is. Om de huidige status te zien, moet
het scherm worden bijgewerkt.
PV-geoptimaliseerd opladen configureren
Eén EV-lader moet als controlbox zijn ingesteld.
U kunt PV-geoptimaliseerd opladen activeren en deactiveren (PV optimised
charging). Daarnaast kunt u de volgende instellingen configureren:
– laadmodus (PV mode)
– laadmodus na de booster mode (PV mode after booster)
– eindvoorwaarde voor de booster mode (Booster end reason)
– laadduur voor de booster mode (Charge duration booster [min])
– hoeveelheid energie voor de booster mode (Charge energy booster [kWh])
– minimale laadstroom in de mixed mode (Minimum charge current in mixed
mode [A])
– minimaal aantal laadfasen in de mixed mode (Minimum phases in mixed
mode)
Satellite boxes
Advertenties
Inhoudsopgave
