Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruikersauthenticatie; Externe Schakelinrichting; Powerline-Communicatie (Alleen Advanced) - Weidmüller AC SMART ECO Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Productfuncties
Mixed mode
Er wordt een minimale stroomwaarde ingesteld waarmee zonder pauzes
moet worden opgeladen. Het vermogen wordt afgenomen van de PV-installa-
tie of het elektriciteitsnet, afhankelijk van de beschikbaarheid. Als de PV-in-
stallatie meer vermogen produceert dan de opgegeven minimale laadstroom,
dan wordt met meer vermogen opgeladen.
Booster mode
Het maximaal beschikbare vermogen van de PV-installatie en het net wordt
gebruikt om op te laden. Voor de booster mode kan een maximale duur of
een maximale hoeveelheid energie worden ingesteld. Zodra deze limiet is
bereikt, wordt overgeschakeld naar de pure PV mode of de mixed mode,
afhankelijk van de instelling. Deze omschakeling kan worden uitgeschakeld,
zodat de booster altijd actief is.

4.14 Gebruikersauthenticatie

Elke EV-lader kan zonder gebruikersauthenticatie worden gebruikt (free-
mode). Om onbevoegd gebruik van EV-laders te voorkomen, kan via de
RFID-tag, een externe schakelinrichting of Powerline-communicatie een
gebruikersauthenticatie worden geconfigureerd in de AC SMART App of
op de webserver. Bovendien kan een laadproces via de AC SMART App,
webserver, modbus TCP, modbus RTU, OCPP en externe taglijst (bijv. met
SMARTcharge) worden geautoriseerd. Meer informatie en application notes
vindt u in onze online catalogus.
RFID-tag (alleen VALUE en ADVANCED)
Een laadproces kan met een geregistreerde RFID-tag worden geautoriseerd.
De leveringsomvang van een EV-lader omvat 5 geregistreerde RFID-tags.
Voor elke EV-lader kunnen maximaal 16 RFID-tags worden geregistreerd. De
RFID-tags kunnen worden beheerd in de AC SMART App en de webserver,
zie Hoofdstuk 9.3.

Externe schakelinrichting

De EV-lader is verbonden met een externe schakelinrichting die de
autorisatie van de laadprocessen regelt, bijv. een sleutelschakelaar. De
externe schakelinrichting wordt via de digitale ingangen op de EV-lader
aangesloten, de ingangen moeten in de webserver worden geconfigureerd,
zie Hoofdstuk 9.3.

Powerline-communicatie (alleen ADVANCED)

Als het voertuig Powerline-communicatie ondersteunt, kan het MAC-
adres van het voertuig worden uitgelezen. Door deze unieke herkenning
identificatie van het voertuig kan een laadproces automatisch gestart en
beëindigd worden. Elke EV-lader kan maximaal 16 MAC-adressen beheren.
De MAC-adressen kunnen worden beheerd in de AC SMART App en op de
webserver, zie Hoofdstuk 9.3.
22
Handleiding – AC SMART

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ac smart valueAc smart advanced

Inhoudsopgave