1. Spanpoelie
2. Poelie van het maaidek
3. Veer
4. Verwijder de bestaande riem van de grasvanger van de
maaidekpoelie en vervolgens van de blazerpoelies.
5. Plaats de nieuwe riem rond de blazerpoelies en de
maaidekpoelie
(Figuur
6. Bevestig de veer zoals wordt getoond in
1. Veerbelaste spanpoelie
2. Kort haakuiteinde
7. Trek de veerbelaste spanpoelie terug en plaats de riem
op de veerbelaste spanpoelie
De arm van de spanpoelie
smeren
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
Figuur 39
4. Veerpen
5. Riem
6. Poelie van blazer
39).
Figuur
Figuur 40
3. Lang haakuiteinde
(Figuur
39).
De grasvanger controleren.
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Na de eerste 8 bedrijfsuren
40.
1. Schakel de aftakas uit, zet de rijhendels in de
vergrendelde N
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Controleer de bovenste buis, onderste buis, de kap van
de grasvanger en de blazerconstructie.
Opmerking: Vervang deze onderdelen als zij
gebarsten of gebroken zijn.
4. Controleer de zakken, het frame van de grasvanger en
het scherm.
Opmerking: Vervang onderdelen die gebarsten of
gebroken zijn.
5. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan.
De maaimessen controleren
1. Controleer de maaimessen regelmatig, en altijd als het
mes een vreemd voorwerp heeft geraakt.
2. Als de messen sterk zijn versleten of beschadigd,
moet u nieuwe messen monteren. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van de maaimachine voor het
volledige onderhoud van de messen.
Maaimessen kiezen
In de meeste maaiomstandigheden bieden de standaardmessen
met een hoge vleugel de beste grasvangresultaten.
31
Figuur 41
en stel de parkeerrem
EUTRAALSTAND
G018446