12-3
Bedrijf van op afstand
・ Voor het bedrijf van op afstand, de stroomvoorziening in- en uitschakelen op voorwaarde dat de
schakelaar met lamp AAN is.
・ Verzekeren dat minstens 3 minuten verstreken zijn nadat de eenheid gestopt is vooraleer het
toestel opnieuw op te starten, zelfs voor het bedrijf van op afstand. Wordt het product binnen
minder dan 3 minuten opnieuw opgestart dan kan de beschermingsuitrusting (overbelastingrelais)
geactiveerd worden en voorkomen dat het product opnieuw wordt opgestart. Verder moet de
frequentie voor het starten en stoppen van het bedrijf beperkt worden tot 5 keer per uur (om
beschadiging van de motor te voorkomen).
12-4
De stroomvoorziening en de signaalkabel verbinden
De elektrische toevoerkabel en de signaalkabel op de volgende wijze aansluiten.
1) Verwijder het frontpaneel.
2) Steek de toevoerkabel, voorbereid door de klant, door de hiervoor voorziene opening
(kabeldoorvoer) en voer de toevoerkabel naar de klemmenstrook door middel van de
onderste opening.
3) Sluit de toevoerkabel op de klem aan.
4) Steek de signaalkabel, voorbereid door de klant, via de hiervoor voorziene opening
(kabeldoorvoer) en voer de signaalkabel naar de klemmenstrook.
5) Sluit de signaalkabel op de klem aan.
6) Breng het frontpaneel weer aan.
Klemmenblok
L
N
P E
L,N: Vermogensbron
PE: Aarding
Aansluitkant van de klant
Klemverbindingsschroef: M3
Breedte crimpklem: 6,5mm en minder
Elektrische draad:1,25mm
1 2 3
Bedrijfsstoring
2
of meer
Kabeldoorvoer
Inlaat voedingskabel
Draaddiameter: tot φ17
12 - 2
12 Specificatie voor optie T
Kabeldoorvoer
Signaalinlaatkabel
Draaddiameter: tot φ17