2-2-5
Elektrische bekabeling
・ Uitsluitend hiervoor opgeleid, gekwalificeerd personeel mag de bekabeling uitvoeren.
・ Vooraleer de bekabeling uit te voeren, de stroomtoevoer onderbreken. Geen werkzaamheden
aan onder spanning staande delen uitvoeren.
・ Een stabiele stroomvoorziening gebruiken, zonder spanningspieken.
・ Verzekeren dat een aarding met voldoende capaciteit voor lekstroom en belasting gebruikt
wordt in de energietoevoer van het product om elektrische schokken en verbranding van de
compressormotor te vermijden. Zie "6-1 Lijst met specificaties" voor meer gegevens.
・ De stroomvoorziening van het product moet voldoen aan de specificaties op pagina 6-1.
・ Het product moet om veiligheidsredenen geaard zijn.
・ Geen randaarde met een waterleiding, gasleiding of bliksemafleider verbinden.
・ Nooit teveel draden met een enkele stekker verbinden. Dit veroorzaakt exothermische hitte of
brand.
・ De te gebruiken bekabeling niet wisselen.
・ In Europese landen moet een aarding voor de spanningstoevoer gebruikt worden die aan de
IEC norm voldoet.
・ De aarding moet correct geselecteerd worden om aan de plaatselijke
veiligheidsvoorschriften te voldoen.
・ Altijd verzekeren dat de aardingskabel eerst aangesloten wordt, en als laatste
weggenomen wordt in vergelijking met andere aansluitingen.
・ Verzekeren dat de aardingskabel een extra lengte heeft in vergelijking met de overige
bekabeling, zodat hij niet onderhevig is aan mechanische belastingen.
・ De aardlekschakelaar correct installeren zodat hij alle onder spanning staande geleiders
uitschakelt en de bedrijfshefboom gemakkelijk toegankelijk is.
De afdekplaat van de klemmenstrook of de achterste afdekking in de achterkant van het product
verwijderen, en de toevoer (230V AC) op de klemmenstrook aansluiten.
Een aarding op de stroomvoorziening installeren (gevoeligheid van de lekstroom 30mA en nominale
stroom 5A). (voorbereidingen treffen)
Specificatie van de kabel voor de stroomvoorziening
De volgende kabel voorbereiden.
Voedingskabel: 1,25mm
8 tot 12mm.
Een extra lengte van ongeveer 0,1m (4in) is nodig om het product te monteren in het apparaat.
Lengte van de voedingskabel
De lengte van de voedingskabel mag niet groter zijn dan 30m.
Op de energietoevoer aansluiten
De voedingskabel en de aardingskabel op de klemmenstrook aansluiten. Een M3 schroef wordt gebruikt
voor de aansluiting. Zorg ervoor dat dat ronde gecrimpte klemmen gebruikt worden.
Toepasbare gecrimpte klem: 1.25-3 (breedte: 6,5mm en kleiner)
Bekabelingsprocedure
De afdekplaat van de klemmenstrook of het achterste paneel verwijderen.
Het snoer door de kabeldoorvoer steken en met de klemmenstrook verbinden (zie het label op de
klemmenstrook). Aantrekkoppel M3 schroef: 0.6~1Nm
Tijdens de bekabelingswerkzaamheden, geen andere delen aanraken, behalve de klemmenstrook.
De
afdekking
bekabelingswerkzaamheden.
Waarschuwing
2
(16AWG), drie wikkelingen (inclusief de aardingskabel), buitendiameter: ongeveer
of
het
achterste
paneel
weer
bevestigen
2 - 4
2 Transport / Installatie
na
beëindiging
van
de