6. Bevestig de aarddraad aan de aardingsnok
in de aansluitdoos.
A
. 5: Aarddraad en aardingsnok
FB
7. Plaats de draden in de open ruimte aan
weerszijden van het uitschakelblok als de ruimte
het toelaat. Plaats het deksel van de aansluitdoos
weer terug.
Als draden worden afgekneld tijdens het installeren
van de schroeven, kunnen ze beschadigd raken.
Beschadigde draden kunnen ervoor zorgen dat
de aangesloten onderdelen niet goed werken.
Zorg ervoor dat alle draden goed liggen voordat
u met de installatiewerkzaamheden begint.
3A9444C
LET OP
8. Plaats de schroeven van de aansluitdoos terug.
Draai de kabelwartel vast zodat de voedingskabel
goed in de aansluitdoos blijft bevestigd.
A
. 6: Schroeven en trekontlasting van de
FB
aansluitdoos
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken
te beperken. Door elektrische of statische vonken
kunnen dampen ontbranden of ontploffen.
Een onjuiste aarding kan elektrische schokken
veroorzaken. Aarden biedt de elektrische stroom
een ontsnappingsdraad.
Driver: de driver wordt geaard via de voedingskabel.
Installatie
7