Installatie
Installatie
Alle elektrische bedrading moet worden verzorgd
door een gediplomeerd elektricien en aan alle ter
plaatse geldende verordeningen en regelgeving
voldoen.
Stroomvereisten
Het systeem vereist een eigen groep, beschermd met
een stroomonderbreker.
Spanning
Fase
200-240 VAC
Voeding aansluiten
1. Knip de draden van de voedingskabel af op
de volgende lengtes:
•
Aardingsdraad - 16,5 cm (6,5 inch)
•
Voedingsdraden - 7,6 cm (3,0 inch)
•
Monteer waar nodig koppelringen
OPMERKING: De voedingskabel wordt niet met de
driver meegeleverd.
A
. 2: Voedingskabel
FB
6
Hz
Stroom
1
50/60
20 A
2. Breng de kabel naar de eenheid. Verwijder vier
schroeven om het deksel van de aansluitdoos
(DA) en de aangesloten stroomschakelaar (D)
los te maken van de aansluitdoos (DB).
A
. 3: Stroomschakelaar
FB
3. Controleer of de draden in de aansluitdoos zijn
geïnstalleerd terwijl de stroomschakelaar (D)
en het deksel van de aansluitdoos (DA) van de
driver zijn verwijderd, zoals te zien is in A
A
. 4: Aansluitingen
FB
4. Steek de voedingskabel (uit stap 1) door
de kabelwartel en in de aansluitdoos.
5. Sluit de voedingsdraden aan op klemmen 1L1
en 3L2. Zie A
. 4.
FB
. 4.
FB
3A9444C