VII. REINIGING
PAS OP!
Alvorens reinigingswerkzaamheden te gaan uitvoeren, moet
de elektrische voeding van het apparaat worden afgekoppeld.
1.
BUITENKANT
GESATINEERDE STALEN OPPERVLAKKEN (dagelijks)
•
Maak alle stalen oppervlakken schoon: het vuil kan ge-
makkelijk en moeiteloos worden verwijderd als het zich
pas net gevormd heeft.
•
Verwijder vuil, vet, bereidingsresten van de stalen oppervla-
kken op een lage temperatuur; gebruik hiervoor zeepsop, met
of zonder reinigingsmiddel, en een doek of spons. Maak alle
gereinigde oppervlakken na afloop goed droog.
•
Als vuil, vet of voedselresten opgedroogd zijn, wrijf deze
dan weg met een doek/spons in de richting van de sati-
nering en spoel de doek vaak uit: door tijdens het wrijven
ronde bewegingen te maken loopt u de kans dat vuilresten
op doekje of spons de satinering van het staal beschadigen.
•
IJzeren voorwerpen zouden het staal kunnen vernielen of
beschadigen: beschadigde oppervlakken worden sneller
vuil en zijn eerder onderhevig aan corrosie.
•
Herstel de satinering, indien nodig.
DOOR WARMTE ZWART GEWORDEN OPPERVLAKKEN
(wanneer nodig)
Door blootstelling aan hoge temperaturen kunnen donkere
ringen ontstaan. Hier is geen sprake van beschadiging; dit
kan verholpen worden door de aanwijzingen van de vorige
paragraaf op te volgen.
2.
OVERIGE OPPERVLAKKEN
AUTOMATISCHE TOEVOERINSTALLATIE (om de 6 maanden)
Controleer de installatie en de sondes door daar waar nodig
eventuele afzetting te reinigen met zuivere azijn of met een
oplossing van een chemisch reinigingsmiddel (1/3) en water (2/3).
Dit moet worden gedaan door een gespecialiseerd technicus.
BAKKEN/VERWARMDE HOUDERS (dagelijks)
Maak de bakken of de houders van de apparaten schoon met
kokend water, waaraan eventueel soda (ontvettingsmiddel)
is toegevoegd. Gebruik de (optionele of bijgeleverde) acces-
soires die in de lijst worden vermeld, om opgehoopt vuil of
voedselafzettingen te verwijderen.
WAARSCHUWING – Bij elektrische apparaten moet zorgvuldig
worden vermeden dat er water binnendringt op de elektrische
componenten: infiltraties kunnen kortsluiting en lekstroomver-
schijnselen veroorzaken, waardoor de beveiligingen van het
apparaat worden ingeschakeld.
80
3.
KALKAFZETTING
STALEN OPPERVLAKKEN (wanneer nodig)
Verwijder kalkafzettingen (vlekken of kringen) die achtergela-
ten zijn door water op de stalen oppervlakken met geschikte
reinigingsmiddelen (bijv: azijn) of chemische producten (bijv:
"STRIPAWAY" geproduceerd door ECOLAB).
KETELS OF TUSSENRUIMTEN (om de 3/4 maanden)
•
Ontkalk de elementen die dienen voor het verzamelen of
verwarmen van water (bijv: de tussenruimtes van indirecte
ketels) door ze te vullen met zuivere azijn of een oplossing
van chemisch reinigingsmiddel (1/3) en water (2/3).
AZIJN
•
Gedurende ongeveer 5 minuten verwarmen
•
De azijn minstens 20 minuten laten inwerken.
•
Uitspoelen met veel gedemineraliseerd water.
CHEMISCH REINIGINGSMIDDEL
•
Gedurende ongeveer 3 minuten verwarmen
•
De oplossing minstens 10 minuten laten inwerken.
4.
LANGDURIGE PERIODES WAARIN
HET APPARAAT NIET GEBRUIKT WORDT
Tref de volgende maatregelen als het apparaat lange tijd niet
gebruikt wordt:
•
sluit de kranen en hoofdschakelaars vóór het apparaat.
•
Neem alle roestvrij stalen oppervlakken af met een doek
die vochtig gemaakt is in wat vaseline-olie, zodat er een
beschermend laagje ontstaat.
•
Lucht de vertrekken regelmatig.
•
Controleer het apparaat voordat u het opnieuw gaat ge-
bruiken.
•
Zet de elektrisch gevoede apparatuur gedurende minstens
45 minuten in de minimumstand, om te voorkomen dat
het opgehoopte vocht te snel verdampt en het element
dientengevolge uitvalt.
5.
INTERNE ONDERDELEN
WAARSCHUWING! Werkzaamheden die men dient te laten
verrichten door gespecialiseerde technici.
•
Controleren van de staat van de interne onderdelen.
•
Verwijderen van eventuele vuilafzettingen op de binnen-
kant van het apparaat.
•
Controleren en reinigen van het afvoersysteem.
OPMERKING! Onder bijzondere omgevingsomstandigheden
(bijv: intensief gebruik van het apparaat, zilte omgeving e.d.)
wordt geadviseerd bovenstaande reinigingswerkzaamheden
vaker uit te voeren.
(om de 6 maanden)