Probleem
Laag pomprendement
De motor draait, maar de pomp
pompt niet.
Overmatige lekkage van
materiaal in de
halspakkingmoer
Er spat vloeistof uit het pistool
3A4444F
Oorzaak
Schade aan de pompstang
Lage afslagdruk
De zuigerpakkingen zijn
versleten of beschadigd
De O-ring in het kniestuk is
versleten of beschadigd
De inlaat- of zuigerventielkogel is
versleten of zit vol materiaal
De druk is te laag afgesteld
Grote drukval in de slang bij
zware materialen
Controleer of de Ampèreschakelaar
(10/16) of (15/20) in de lage stand
staat. Zorg ervoor dat de
stroomkring de hoge instelling
aankan.
De verbindingsstang is
beschadigd; zie de handleiding
van de pomp.
Tandwielen of aandrijfhuis
beschadigd.
De halspakkingmoer zit los
De halspakkingen zijn versleten
of beschadigd
De verdringerstang is versleten of
beschadigd
Lucht in de pomp of de slang
De tip is deels verstopt
Geringe of geen vloeistofaanvoer
Probleemoplossing
Repareer de pomp. Zie de
pomphandleiding.
Draai de drukregelknop
helemaal rechtsom. De
regelknop moet op de juiste
wijze zijn aangebracht zodat het
mogelijk is om de knop volledig
rechtsom te draaien. Als het
probleem blijft aanhouden,
vervangt u de drukomvormer.
Vervang de pakkingen; zie de
handleiding van de pomp.
Vervang de O-ring.
Reinig het zuiger- of inlaatventiel
of vervang de kogels; zie de
pomphandleiding.
Verhoog de druk; zie de
handleiding van de pomp.
Gebruik een slang met een
grotere diameter en/of
verminder de totale slanglengte.
Schakel over naar een instelling
van 16 of 20 A. Schakel over op
stroomkring dat 16 of 20 A levert.
Schakel over op een minder
belaste stroomkring.
Vervang de verbindingsstang;
zie de handleiding van de pomp.
Controleer het aandrijfhuis en de
tandwielen op beschadiging en
vervang zo nodig; zie de
handleiding van de pomp.
Verwijder het afstandsstuk van
de halspakkingmoer. Draai de
halspakkingmoer net voldoende
aan om het lekken te stoppen.
Vervang de pakkingen; zie de
handleiding van de pomp.
Vervang de stang; zie de
handleiding van de pomp.
Controleer alle
vloeistofaansluitingen en draai
ze vast. Laat de pomp zo
langzaam mogelijk draaien
tijdens het vullen.
Reinig de tip; zie de
bedieningshandleiding.
Vul de vloeistofvoorraad bij.
Vul de pomp; zie de handleiding
van de pomp. Controleer de
vloeistofvoorraad vaak om te
voorkomen dat de pomp
droogloopt.
Oplossing
25