De batterijen in de afstandsbediening plaatsen
Plaats de batterijen (R6/AA x2) met de polen
aan de juiste zijde in het batterijcompartiment
van de afstandsbediening.
1
Open het klepje.
2
Plaats de batterijen.
Let op dat de symbolen +en - op de
•
batterijen overeenkomen met de
markeringen in het batterijcompartiment.
3
Sluit het klepje.
Opmerking
•
Als u batterijen verkeerd gebruikt, kunnen ze gaan
lekken en barsten.
De afstandsbediening gebruiken
Let bij het gebruik van de afstandsbediening op
het volgende:
•
Let op dat er zich geen obstakels tussen de
afstandsbediening en het venster van de
infraroodsensor van het apparaat bevinden.
•
De werking van de afstandsbediening kan
onbetrouwbaar worden als er fel zonlicht of
TL-licht op het venster van de
infraroodsensor van het apparaat valt.
•
Afstandsbedieningen van verschillende
apparaten kunnen elkaar storen. Gebruik
geen afstandsbedieningen van andere
apparaten vlakbij het apparaat.
•
Vervang de batterijen als u merkt dat het
bedieningsbereik van de afstandsbediening
minder wordt.
•
Het maximale bedieningsbereik van de
afstandsbediening volgt hieronder:
•
Recht in het gezichtsveld: ongeveer 7 m
•
Links of rechts van het midden:
ongeveer 5 m binnen een hoek van 30°
•
Boven: ongeveer 5 m binnen een hoek
van 15°
•
Onder: ongeveer 3 m binnen een hoek
van 30°
5m (16 feet)
30˚
30˚
7m (23 feet)
5m (16 feet)
NL
13