INLEIDING
INLEIDING
Als u de autoradio inschakelt, dan wordt
de audiobron ingeschakeld die voor het
uitschakelen beluisterd werd (Radio of
CD-speler).
Als u de Radio wilt inschakelen terwijl u
SNELGIDS
naar de CD-speler luistert, moet u kort
op de toets SRC drukken.
Als de radio is ingeschakeld, verschijnen
op het display de naam (alleen RDS-sta-
tions), de frequentie van het geselecteer-
de station, de geselecteerde golfband (bijv.
FUNCTIES EN
FM1) en het nummer van de voorkeuze-
INSTELLINGEN
toets (bijv. P1).
RADIO
CD-SPELER
12
R
A
D
I
O
(
T
u
n
R
A
D
I
O
(
T
u
n
GOLFBAND SELECTEREN
Druk bij ingeschakelde Radio herhaalde-
lijk kort op de toets BAND om de ge-
wenste golfband te selecteren.
Telkens als u op de toets drukt, wordt de
volgende golfband geselecteerd in de volg-
orde: "FM1", "FM2", "FMT" en "AM".
Elke band wordt op het display door een
bijbehorend opschrift aangegeven.
Er wordt afgestemd op het laatst geselec-
teerde station op de betreffende golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2
en FMT; de FMT-golfband is gereserveerd
voor de stations die met de Autostore-func-
tie automatisch worden opgeslagen.
e
r
)
e
r
)
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6
maken de volgende voorkeuze-instellin-
gen mogelijk:
❒ 18 stations op de FM-golfband (6 op
FM1, 6 op FM2, 6 op FMT);
❒ 6 stations op de AM-golfband.
Kies voor het oproepen van een voor-
keuzestation, de gewenste golfband en
druk vervolgens kort op de betreffende
voorkeuzetoets (tussen 1 en 6).
Als langer dan 2 seconden de betreffen-
de voorkeuzetoets wordt ingedrukt,
wordt het geselecteerde station opgesla-
gen. Als het station is opgeslagen, klinkt
er ter bevestiging een geluidssignaal.
LAATST BELUISTERDE
STATION OPSLAAN
De radio onthoudt automatisch naar welk
station op de diverse golfbanden is geluis-
terd. Op dit station wordt afgestemd als
de radio wordt ingeschakeld of wanneer
van golfband wordt gewisseld.