FUNCTIE MUTE /PAUSE
(volume op nul zetten)
Druk voor het inschakelen van de Mute-
INLEIDING
functie kort op de toets/draaiknop
ON/OFF. Het volume neemt geleidelijk
af en op het display verschijnt het opschrift
"MUTE" (bij gebruik van de radio) of
"PAUSE" (bij gebruik van de CD-speler).
Druk voor het uitschakelen van de Mute-
functie nogmaals kort op de toets/draai-
SNELGIDS
knop ON/OFF. Het volume wordt gelei-
delijk verhoogd tot op het niveau dat daar-
voor was ingesteld.
Als u het volumeniveau wijzigt met de
daarvoor bestemde toets, wordt de Mute-
functie uitgeschakeld en het volume inge-
FUNCTIES EN
steld op het nieuwe geselecteerde niveau.
INSTELLINGEN
Bij ingeschakelde Mute-functie wordt bij
verkeersinformatie (als de TA-functie is
ingeschakeld) of bij ontvangst van een
alarmbericht, de Mute-functie uitgescha-
keld. Na beëindiging van het bericht wordt
de functie weer ingeschakeld.
RADIO
CD-SPELER
10
AUDIO-INSTELLINGEN
De mogelijke instellingen in het menu zijn
afhankelijk van de gekozen audiobron:
AM/FM/CD.
Druk kort op de toets AUDIO om de
Audio-instellingen te wijzigen. Op het dis-
play verschijnt het opschrift "BASS".
Druk voor het doorlopen van de menu-
functies op de toets AUDIO. De instel-
ling van de geselecteerde functie kan wor-
den gewijzigd met toets ¯ of ˙.
Op het display verschijnt de huidige sta-
tus van de geselecteerde functie.
De menufuncties zijn:
❒ BASS (lage-tonenregeling);
❒ TREBLE (hoge-tonenregeling);
❒ BALAN
(regeling van balans links/ rechts);
❒ FADER
(regeling van balans voor/achter);
❒ LOUD
(in-/uitschakelen van de functie Loud-
ness).
TOONREGELING
(bassen/hoge tonen)
Ga als volgt te werk:
❒ Selecteer met de toets AUDIO de in-
stelling "BASS" of "TREBLE" in het
AUDIO-menu;
❒ druk op toets ˙ of ¯ voor het ver-
sterken/verzwakken van de bassen of
de hoge tonen.
Als u de toets kort indrukt, wijzigt het ge-
luidsniveau in stappen. Als u de toets inge-
drukt houdt, is de wijziging sneller.