De opnamefuncties instellen
De functie wijzigen
De opnamefunctie dient voor het maken van opnamen en de weergavefunctie
voor het weergeven of verwijderen van opnamen.
Schakelen tussen de opnamefunctie en weergavefunctie
• Als u van de opnamefunctie naar de weergavefunctie wilt gaan, drukt u op de
Q Weergaveknop.
• Als u van de weergavefunctie wilt overgaan op de opnamefunctie, drukt u op
de Q Weergaveknop of drukt u de ontspanknop tot halverwege in.
De opnamefunctie selecteren
Opnamefuncties
A
Program mode
Manual Exposure
b
mode
USER mode
E
Voice Recording
O
mode
Movie mode
C
.
Night-Scene mode
d
Picture mode
1
Draai de functiekiezer tot de indicatie
naast het gewenste pictogram staat:
AbEOC.d
De basisfunctie voor het maken van opnamen.
Hiermee kunt u sluitertijd en diafragmawaarde
handmatig instellen.
U kunt ook Tv (sluitertijdvoorkeuze)
en Av (diafragmavoorkeuze) toewijzen
via het menu [ARec.Mode].
Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor functies
activeren.
Hiermee kunt u de camera gebruiken als geluidsrecorder.
Hiermee kunt u filmopnamen en geluidsopnamen maken.
Hiermee kunt u in het donker, bijvoorbeeld 's nachts,
opnamen maken.
Hiermee kunt u opnamen maken met instellingen die
optimaal afgestemd zijn op de opnamesituatie.
Er zijn 12 functies beschikbaar in de Picture-functie.
4
blz.48
blz.49
blz.54
blz.108
blz.56
blz.55
blz.58
Indicatie
81