INSTALLATIE
Bij het leggen van de toevoerslang op een kraankolom, plafond, wand of vloer,
dient u er rekening mee te houden dat de slang in vacuümtoestand max. 15 %
kan samentrekken. Daarom dient de slang losjes te worden gelegd en met een
passende compensatie in de lengte om voornoemde reden. Lange, rechte
stukken kunnen ook met kunststof buizen worden overbrugd. De totale lengte
van de slang/buizen dient niet groter zijn dan 50 m. Door lange toevoerslangen
worden het draagvermogen en de manoeuvreerbaarheid van de slangheffer
gereduceerd.
5.2 Vacuümgrijper monteren
De handgreep (2) in het midden op de grijper (1) positioneren.
Lip (3) uittrekken en de handgreep (2) tot aan de aanslag met de
wijzer van de klok mee (rechtsom) draaien, lip (3) loslaten.
De grendelpen (4) moet vastklikken, opdat de aansluitring voor de
vacuümgrijper niet kan verdraaien.
26 | NL
2
4
3
1
30.30.01.00174/06