116
Gebruik de knop
2
[Programma] te selecteren en de knop
of
om [Show 1], [Show 2] of
[Show 3] te selecteren.
Er staat een wit vinkje naast een presentatie
die al beelden bevat.
Gebruik de knop
3
of
om [Selectie] te kiezen en
druk op de knop FUNC./SET.
Selecteer de gewenste beelden
4
voor de diapresentatie.
• Gebruik de knop
ander beeld te gaan en de knop
om beelden te selecteren of de selectie
ongedaan te maken. Bij geselecteerde
beelden wordt een nummer weergegeven
dat overeenkomt met de selectievolgorde
en een wit vinkje
• U kunt de zoomknop naar
de indexweergave (3 beelden) te activeren
en vervolgens dezelfde werkwijze
gebruiken om beelden te selecteren.
• In de indexweergave kunt u op de knop
FUNC./SET drukken om het menu weer te
geven waarin u beelden kunt selecteren en
de gehele selectie ongedaan kunt maken.
Gebruik de knop
[Markeer alles] of [Wis alles] te selecteren
en druk op de knop FUNC./SET.
Druk op de knop MENU.
5
Druk herhaaldelijk op de knop MENU totdat
het afspeelscherm weer wordt weergegeven
om de procedure te voltooien.
of
om
of
en de knop
of
om naar een
of
.
duwen om
of
om