7.7
Overige regelfuncties
7.7.1
PID-regeling voor gewenst vermogen
De Regeling bepaalt, met behulp van een PID-regeling, op basis van het verschil
tussen de gemeten en de gewenste aanvoertemperatuur, het gewenste vermogen
van de installatie. De PID-factoren zijn afzonderlijk instelbaar.
MENU BEDRIJFSGEGEVENS
Vermogen
gewenst
Vermogen
gewenst
Totaal vermogen
ketels
MENU INSTELLINGEN
Vermogen
P-factor
Vermogen
I-factor
Vermogen
D-factor
7.7.2
Minimaal bedrijf van een warmtebron
De Regeling Warmtebronnen geeft de gewenste aanvoertemperatuur en de
voorwaarde minimaal bedrijf door aan een warmtebron als deze ten hoogste één
element (bv. een warmtekrachtkoppeling of een ketel) mag inschakelen. De warmte-
bron stuurt het betreffende element op basis van het door de warmtebron zelf
berekende gewenst vermogen.
Minimaal bedrijf wordt gebruikt als de eerste warmtebron volgens de inschakelvolg-
orde de gewenste aanvoertemperatuur niet kan realiseren. Zodra de eerste
warmtebron maximaal in bedrijf is, vervalt de toestand minimaal bedrijf.
MENU BEDRIJFSGEGEVENS
Minimaal bedrijf
82
Het door de installatie gewenst vermogen in procenten.
0%
Het door de installatie gewenst vermogen in kilowatts.
0kW
Het totale beschikbare ketelvermogen is gelijk aan
120 kW.
120kW
De ingestelde waarde van de proportionele factor van
de PID-regeling.
5.0%
De ingestelde waarde van de integrerende factor van
de PID-regeling.
2.0%
De ingestelde waarde van de differentiërende factor
van de PID-regeling.
0.0%
De warmteleverancier (bv. Cascade Warmte/Kracht)
mag ten hoogste één element (= WKK-unit)
inschakelen.
Overige regelfuncties
Deel III: Referenties