4.1
Werking warm tapwatervoorziening
T.b.v de warm tapwatervoorzieningen is het boilervat IGC200
/ IGC300 in het systeem opgenomen welke dient als buffervat.
Het in het boilervat aanwezige tapwater wordt opgewarmd
door het warme water vanuit de buitenunit, wat door een
spiraal binnenin het boilervat stroomt, opgewarmd. Het
tapwater komt zodoende dus nooit in contact met het
water in de buitenunit en is eveneens gescheiden van het CV
circuit.
Het verwarmen van het tapwater heeft voorrang op verwamen
van het CV water. Gedurende het verwarmen van het tapwater
levert het systeem dus geen warmte aan het CV circuit. Op
het moment dat de CV regeling actief is en er een warm
tapwatervraag is, zal de CV-regeling uitschakelen en wordt
overgeschakeld naar tapwater regeling. De waterdruk van
het warmtapwater is de tapwaterdruk als geleverd door het
waterleidingbedrijf.
Het warm tapwater zal op een temperatuur van 55°C
worden gebracht. Eén keer in de 7 dagen zal het systeem de
temperatuur van het warm tapwater in het boilervat verhogen
naar 65°C in het kader van legionella preventie.
7