7
VORSTBEVEILIGING
De binnenunit en het boilervat IGC200 / IGC300 dienen in een
vorstvrije ruimte geïnstalleerd te zijn om beviezing van de
leidingen te voorkomen.
De buitenunit is, om bevriezing te voorkomen, uitgerust met
een automatische ontdooifunctie. Daarnaast is de buitenunit
voorzien van een mechanische vorstbeveiliging (Exogel®),
die opent op moment het watertemperatuur in het systeem
beneden een vastgelegde waarde komt. Het leidingsysteem zal
dan leegstromen. Neem in dat geval op met uw installateur.
ZIE
Video link: Exogel® en lucht-water
warmtepomp.
8
ONDERHOUD
De binnenunit, buitenunit en het boilervat kunnen met een
vochtige doek gereinigd worden. Gebruik geen agressieve of
schurende schoonmaak- of oplosmiddelen.
Controleer de buitenunit regelmatig op vervuiling (straatvuil,
bladeren, etc.) en reinig dit zo nodig. Controleer ook de drain
op verstopping/vervuiling en reinig deze zo nodig.
Controleer bij sneeuwval of de buitenunit vrij blijft van sneeuw.
Verwijder sneeuw rondom en bovenop de unit om een goede
werking te kunnen blijven garanderen.
Controleer de buitenunit op beschadigingen en werk deze bij
om roestvorming te voorkomen.
Het systeem dient elk jaar door een erkend installateur
gecontroleerd en zo nodig gereinigd te worden.
20