Gebruikershandleiding
VERKLARENDE WOORDENLIJST
REINIGING
Onlinereiniging
a. ∆P-reiniging
b. Continue reiniging
Offlinereiniging
Cyclustijd
Onlinereiniging wordt alleen uitgevoerd wanneer een luchtstroom
als actief wordt gedetecteerd.
Er bestaan twee onlinereinigingsmodi:
a. modus ∆P-reiniging
iging
de luchtstroom wordt gedetecteerd als actief wanneer een van de
volgende drie voorwaarden vervuld zijn:
• de ∆P op de filter is hoger dan 12 daPa gedurende 5 seconden
• de ingang ventilatorfeedback is gesloten
• er wordt een MCU gebruikt en er wordt een 'aan'-signaal gegeven
De modus ∆P-reiniging zorgt voor een doeltreffend en rendabel
gebruik van het reinigingssysteem met omgekeerde straal van de
stofafscheider.
Het systeem controleert de stofafzetting door het drukverschil (∆P)
te meten in het filtermateriaal en de stoflaag. De controller stelt
het reinigingssysteem in werking wanneer een regelbare, vooraf
ingestelde bovengrenswaarde '∆Pstart' bereikt wordt (terwijl de
luchtstroom actief is). De reiniging gaat door tot het drukverschil
een tweede regelbare, vooraf ingestelde ondergrenswaarde
'∆Pstop' bereikt en het reinigingssysteem wordt uitgeschakeld
(na afwerking van de cyclus). Dat proces wordt telkens herhaald
wanneer de druk stijgt tot de bovengrenswaarde.
Wanneer de onlinereinigingsmodus op continue reiniging is
ingesteld, is de reiniging altijd in werking terwijl de luchtstroom
als actief gedetecteerd is.
Wanneer de functie is ingeschakeld, start een bepaald aantal
reinigingscycli die moeten worden uitgevoerd nadat de ventilator
werd uitgeschakeld. Het is een nuttige functie om efficiënter te
reinigen: er stroomt immers geen lucht door de filters.
De cyclustijd is een instelbare parameter; het is de tijd die nodig
is om alle X filterelementen één keer te pulsen. Doorgaans
verkrijgt men het interval tussen de reinigingspulsen door de
cyclustijd te delen door het aantal filterelementen (= pulsinterval).
Controller C 200
en
b. modus continue rein-
15