Probleem
Lage pompuitvoer
Uitzonderlijk grote
verflekkage in de
halspakkingmoer
Er spat materiaal uit het
pistool
De pomp is moeilijk te vullen
De koppeling piept elke keer
als hij ingrijpt
Hoog toerental van de motor
bij nullast
3A4591F Bediening/reparatie/onderdelen
Oorzaak
De zeef (56) is verstopt
De zuigerkogel (206) is niet goed geplaatst. Geef de zuigerkogel een onderhoudsbeurt.
De zuigerpakkingen zijn versleten of
beschadigd
De O-ring (227) in de pomp is versleten
of beschadigd
De kogel van het inlaatventiel is niet
goed geplaatst
De kogel van het inlaatventiel zit vol
materiaal
Het toerental van de motor is te laag
De koppeling is versleten of beschadigd
De druk is te laag afgesteld
Het vloeistoffilter (104) of de spuittip
is verstopt of vervuild
Grote drukval in de slang bij zware
materialen
De halspakkingmoer zit los
De halspakkingen zijn versleten
of beschadigd
De verdringerstang is versleten
of beschadigd
Lucht in de pomp of de slang
De spuittip is deels verstopt
Geringe of geen vloeistoftoevoer
Lucht in de pomp of de slang
Het inlaatventiel lekt
De pomppakkingen zijn versleten
De verf is te dik
Het toerental van de motor is te hoog
De oppervlakken van de koppeling passen
niet op elkaar als ze nieuw zijn en kunnen
lawaai maken
Verkeerde afstelling van de gasklepstand
Versleten motorregelaar
Problemen opsporen en verhelpen
Oplossing
Reinig de zeef.
Handleiding 309250.
Vervang de pakkingen. Handleiding 309250.
Vervang de O-ring. Handleiding 309250.
Reinig het inlaatventiel. Handleiding 309250.
Reinig het inlaatventiel. Handleiding 309250.
Verhoog de gasklepafstelling.
Stel de koppeling bij of vervang hem. Pagina 9.
Verhoog de druk.
Reinig het filter of maak de spuittip schoon.
Gebruik een slang met een grotere diameter en/of
verminder de totale slanglengte. Als u meer dan 30 m
slang met een doorsnee van 6 mm (1/4 inch) gebruikt,
dan zal de slang de prestaties van het spuitapparaat
aanzienlijk verminderen. Gebruik voor optimale
prestaties een slang met een doorsnee van 9 mm
(3/8 inch) en minimaal 15 meter lang).
Verwijder de afstandsbus van de halspakkingmoer.
Draai de halspakkingmoer net voldoende aan om
het lekken te stoppen.
Vervang de pakkingen. Handleiding 309250.
Vervang de stang. Handleiding 309250.
Controleer alle vloeistofaansluitingen en draai ze
vast. Vul de pomp.
Reinig de spuittip. Pagina 17.
Vul de vloeistoftoevoer bij. Vul pomp. Controleer de
vloeistoftoevoer vaak, zodat de pomp niet droogloopt.
Controleer alle materiaalaansluitingen en draai
ze vast.
Verminder het toerental van de motor en laat de
pomp zo langzaam mogelijk draaien tijdens het
vullen.
Reinig het inlaatventiel. Controleer goed of de
kogelzitting geen inkervingen vertoont of versleten
is en of de kogel goed is geplaatst. Zet het ventiel
weer in elkaar.
Vervang de pomppakkingen. Handleiding 309250.
Verdun de verf volgens de aanwijzingen van de
leverancier
Verlaag de gasklepafstelling voordat u de pomp vult.
De oppervlakken van koppelingen moeten op elkaar
inslijten. Het geluid zal na een dag draaien langzaam
verdwijnen.
Stel de gasklepstand in op 3300 t/min bij nullast
Vervang de motorregelaar of geef hem een
servicebeurt
23