Drukontlastingsprocedure
DAGELIJKS: controleer het oliepeil in de motor; vul zo
nodig bij.
DAGELIJKS: controleer de slang op slijtage en beschadiging.
DAGELIJKS: controleer of de veiligheidsfuncties van het
pistool goed werken.
DAGELIJKS: controleer of het drukontlastingsventiel goed
werkt.
DAGELIJKS: controleer de brandstoftank en vul deze.
DAGELIJKS: controleer het peil van de TSL in de
pakkingmoer van de verdringerpomp. Vul waar nodig
de moer. Laat TSL in de moer zitten om te voorkomen
dat vloeistof aankoekt op de zuigerstang en dat pakkingen
te snel slijten, en om corrosie van de pomp te voorkomen.
NA DE EERSTE 20 GEBRUIKSUREN:
Tap de motorolie af en vul weer met schone olie. Zie de
Gebruikershandleiding voor Honda-motoren voor de juiste
viscositeit van de olie.
WEKELIJKS: verwijder het deksel van het luchtfilter van
de motor en reinig het element. Vervang het element, indien
nodig. Het filter moet dagelijks worden gecontroleerd en waar
nodig vervangen bij gebruik in een zeer stoffige omgeving.
Vervangingselementen zijn verkrijgbaar bij uw plaatselijke
HONDA-dealer.
NA ELKE 100 GEBRUIKSUREN:
Ververs de motorolie. Zie de Gebruikershandleiding voor
Honda-motoren voor de juiste viscositeit van de olie.
BOUGIE: Gebruik alleen bougies van het type BPR6ES
(NGK) of W20EPR-U (NIPPONDENSO).
De elektrodeafstand van de bougie moet 0,028 tot 0,031 in.
(0,7 tot 0,8 mm) zijn. Gebruik een bougiesleutel om een
bougie te monteren of te verwijderen.
10
Voorwieluitlijning:
Lijn het voorwiel als volgt uit:
Draai de kolomschroef (114) los
1.
ti6392a
2.
Draai het voorwiel waar nodig naar links of rechts
om het uit te lijnen.
3.
Draai de kolomschroef (114) vast. Druk op het
belijningsapparaat en draai de belijnerrol met de
handen van het belijningsapparaat af. Opmerking:
kijk of het belijningsapparaat recht loopt, of naar
links of rechts wegdraait. Herhaal stappen 1 en 2
totdat het belijningsapparaat recht rolt.
3A4591F Bediening/reparatie/onderdelen
.
114