Opbouw en functie
Interfaces voor de automatisering
Pos.
Pin
1
A
2
B/L
3
F
4
C
5
D
6
J/U
7
K
8
V
9
R
10
H
11
M/N
26
Signaalvorm
Aanduiding
Uitgang
Aansluiting voor kabelmantel (PE)
Uitgang
Stroom-vloeit-signaal I>0, potentiaalvrij (max. +- 15 V / 100 mA)
Uitgang
Referentiespanning voor potentiometer 10 V (max. 10 mA)
Ingang
Regelspanninginvoer voor hoofdstroom, 0-10V (0V = I
Ingang
Regelspanninginvoer voor daalstroom, 0-10V (0V = I
Uitgang
Referentiepotentiaal 0 V
Uitgang
Voeding: +15 V, max. 75 mA.
Uitgang
Voeding: -15 V, max. 25 mA.
Ingang
Lasstroom start / stop
Ingang
Omschakeling lasstroom hoofd- of daalstroom (pulsen)
Ingang
Activering ingestelde regelspanning
Om de externe regelspanningsinvoer voor de hoofd- en daalstroom te
activeren, moeten de signalen M en N op referentiepotentiaal 0 V
worden gezet.
/ 10V = I
)
min
max
/ 10V = I
)
min
max
099-000239-EW505
18.05.2017