Pagina 5
Verkorte instructie RAAK AAN Bedrijfsmodus Status LED-indicator elke 30’’ Standby elke 10’’ Ht voorraadreservoir is vol elke 0,5’’ Begin van de productiecyclus Ijsproductie ON 5” + OFF Alarm Blackout ON 3” + OFF Reinigingscyclus Bij alarm: 1. Om de zoemer uit te zetten, raakt u de bedieningsknop aan. 2.
Veiligheid Diese Bedi enungsanlei tung besc hrei bt di e Installation, Bedi enung und Wartung des Geräts und gilt als wic htige Infor mationsquelle und N achschl agewer k. Di e Kenntnis aller enthaltenen Sic herheits hinweis e und H andlungs anweisungen schafft die Vorauss etz ung für das sichere und s ac hger echte Ar beiten mit dem Gerät. D arüber hi naus müs sen die für den Ei ns atz ber eic h des Geräts geltenden ör tlichen Unfall verhütung s vorsc hriften und allgemeinen Sicherheits besti mmungen eing ehalten wer den. Dies e Bedi enungs anleitung is t Bes tandteil des Produkts un d muss i n unmi ttelbarer N ähe des Ger äts für das In¬s tall ations-, Bedi enungs-, Wartungs- und R einigungspers onal jederzeit z ugänglich auf¬bewahrt werden. Wenn das Ger ät an eine dritte Pers on weiterg egeben wird, muss die Bedi enungsanlei tung mit ausgehändigt wer den.
Veiligheid WAARSCHUWING! Het signaalwoord WAARSCHUWING waarschuwt voor gevaren die gematigd tot zwaar letsel of overlijden kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden. VOORZICHTIG! Het signaalwoord VOORZICHTIG waarschuwt voor gevaren die licht of matig letsel kunnen veroorzaken, als ze niet worden vermeden. , di e ATTENTIE! Het signaalwoord ATTENTIE geeft mogelijke materiële schade aan...
Pagina 10
Veiligheid • Stel de verbindingskabel niet bloot aan warmte of scherpe randen. • Knik, plet of knoop de verbindingskabel niet. • Altijd de verbindingskabel volledig uitrollen. • Plaats het apparaat of andere voorwerpen nooit op de verbindingskabel. • Om het apparaat uit te schakelen van de elektrische voeding, altijd de stekker vastpakken.
Veiligheid • Dit apparaat mag niet worden bediend door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden, evenals door personen met beperkte ervaring en / of beperkte kennis. • Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen of het starten.
Algemeen Algemeen Aansprakelijkheid en vrijwaring Alle gegevens en aanwijzingen die zijn opgenomen in deze gebruiksaanwijzing zijn samengesteld rekening houdend met de geldende voorschriften, de actuele technische stand van zaken en onze langdurige inzichten en ervaring. In het geval van het bestellen van speciale modellen of extra opties, en in het geval van het gebruik van de nieuwste technische kennis, kan het geleverde apparaat onder bepaalde omstandigheden verschillen van de uitleg en de talrijke tekeningen in deze handleiding.
Transport, verpakking en opslag Transport, verpakking en opslag Transportinspectie Als het apparaat afgeleverd is, onmiddellijk controleren of het compleet en zonder transportschade is. Als er duidelijk zichtbare transportschade is, het geleverde apparaat niet of alleen onder voorbehoud aannemen. De schade opschrijven op de transportdocumenten/ het leveringsdocument van de leverancier.
Technische Gegevens Scherfijsmachine F 130 Naam: 104636 Art. nr.: Materiaal: CNS 18/10 Inhoud voorraadreservoir in kg: Productie max. kg / 24 uur: Koelmiddel / hoeveelheid in kg: R290 / 0,070 Klimaatklasse: GWP: Wateraansluiting: 3/4" Waterafvoer Ø in mm: Aansluitingswaarde: 0,69 kW | 220-240 V | 50 Hz Afmetingen (b x d x h) in mm: 500 x 597 x 694 Gewicht in kg:...
Installatie en bediening Installatie en bediening Installatie VOORZICHTIG! In het geval van onjuiste installatie, bediening, onderhoud of bij het niet juist hanteren van het apparaat kan dat leiden tot letsel en beschadigingen. De plaatsing en de installatie, alsook reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een geautoriseerde technische service volgens de geldende voorschriften in het land van plaatsing.
Pagina 18
Installatie en bediening – recht, met voldoende draagkracht, bestand tegen water, droog en bestand tegen hoge temperaturen – groot genoeg om probleemloos met het apparaat te werken – goed bereikbaar – goede ventilatie. • Het apparaat kan worden geladen en gelost met een vorkheftruck of pallettruck met een vork die langer is dan de helft van de lengte van het apparaat •...
Pagina 19
Installatie en bediening • Houd een minimumafstand tot muren en andere voorwerpen aan van 150 mm aan de achterzijde en 50 mm aan de zijkant (afb. 3). • Zet het apparaat waterpas (afb. 3). Als het toestel niet waterpas staat, kunnen de werking en de waterafvoer nadelig worden beïnvloed.
Installatie en bediening • Leg de verbindingskabel zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen. • De maximaal toelaatbare tolerantie ten opzichte van het spanningsverschil is ± 10% van de nominale waarde. • Het elektrische circuit tussen het apparaat en de voedingsaansluiting moet worden uitgerust met een geschikte scheidingsschakelaar voor alle polen (afb.
Pagina 21
Installatie en bediening Kijk naar de ill ustraties : Ingebruikname 1. Controleer vóór de inbedrijfstelling of de water- en elektriciteitsaansluitingen correct zijn uitgevoerd. 2. Controleer of de banden, bouten, bouten en klemmen stevig zijn aangedraaid en niet zijn losgeraakt tijdens het transport om waterlekkage of andere storingen tijdens het gebruik te voorkomen.
Pagina 22
Installatie en bediening 3. Om het vochtgehalte van scherfijs te verlagen, drukt u op de bedieningsknop totdat de kleur naar wit verandert. Als de bedieningsknop 5 seconden niet wordt ingedrukt, wordt de gemaakte instelling opgeslagen en wordt de wijzigingsfase verlaten (afb. 9). Het instellen van de sonde in het voorraadreservoir Na verloop van tijd kan, door veranderingen in de omgevingstemperatuur, de ingestelde waarde van de temperatuursonde in het voorraadreservoir onvoldoende...
Pagina 23
Installatie en bediening wijzigen, volgt u de instructies in het hoofdstuk „Instelling van de sond in het voorraadreservoir“. Bedrijfsstatus / alarmstatusindicatoren De bedieningsknop heeft een combinatie van witte en rode kleuren, kleuren die de bedrijfs- of de alarmstatus aangeven: LED rood LED wit Indicator / alarm indicator...
Reiniging Reiniging Reiniging door de gebruiker 1. Aan het einde van de werkdag, maar ook na een langere periode van niet- gebruik, moet het apparaat grondig worden gereinigd. 2. Maak de behuizing schoon met een zachte doek die is bevochtigd met een chloorvrij reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Mogelijke storingen Waterinlaatfilter Het waterinlaatfilter moet regelmatig worden gereinigd volgens de volgende instructies: – het ventiel van de watertoevoer afsluiten; – de watertoevoerslang losschroeven; – gebruik een tang om het waterinlaatfilter uit zitting zitting op de inlaat van de magneetklep te trekken; –...
Pagina 27
Mogelijke storingen Fout alarm Apparaatstatus Verwijdering (AL04) Het apparaat stopt Controleer of de ohm-waarde juist is. Indien dit niet het geval is, de Alarm met defecte sonde vervangen. Als eerst wordt voorraadreservoir gecontroleerd of er ruimte is in sonde het voorraadreservoir, kan gedurende 30 minuten ijs worden geproduceerd door op de knop te drukken.
Pagina 28
Mogelijke storingen Fout alarm Apparaatstatus Verwijdering (AL08) Verdampersonde defect De aansluiting van de of buiten bereik, het verdampersonde op de printplaat Verdampersonde apparaat stopt controleren (indien beschikbaar) Controleren of de gemeten ohm- waarde correct is, zo niet, vervang de sonde (AL09) Het apparaat start De elektrische aansluitingen en...
Pagina 29
Mogelijke storingen Fout alarm Apparaatstatus Verwijdering (AL11) Het apparaat stopt en Controleer of de afvoerslang niet probeert het water verstopt is Alarm regelmatig het waterafvoerpomp Controleer de werking van de gespecificeerde aantal waterafvoerpomp keren af te voeren Controleer of de niveausensor schoon is Controleer de waterafvoeropening van de...
Pagina 30
Mogelijke storingen Fout alarm Apparaatstatus Verwijdering (AL18) Het apparaat stopt De watertoevoer controleren Lage Controleer het apparaat op verdampertemper koelmiddelverlies atuur De positie van de verdampersonde controleren (AL19) Het apparaat stopt Controleer de thermische bedrading van de vijzel (contact Thermisch alarm CN13) schroefmotor 1 Controleer of de motor draait...
Pagina 31
Mogelijke storingen Fout alarm Apparaatstatus Verwijdering (AL21) Het apparaat stopt Controleer de bedrading van de Hall-effectsensor en de Alarm van de draairichting sensor Hall-effect 1 Controleer de positie van de Hall- effectsensor Controleer de aansluiting van de Hall-effectsensor met de voedingskaart (AL22) Het apparaat stopt...
Verwijdering Verwijdering Elektrische apparaten Elektrische apparaten zijn gemarkeerd met dit symbool. Elektrische apparatuur moet op een correcte en milieuvriendelijke manier worden verwijderd en gerecycled. Niet-gevaarlijke apparaten mogen niet bij het huishoudelijk afval worden gegooid. Koppel het apparaat los van de voeding en verwijder de verbindingskabel van het apparaat.