Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Probleem
De pompcyclus wil niet vullen.
Pomp slaat af, hapert of houdt de druk
niet vast.
Pomp wil niet lopen of maakt één slag
en stopt dan weer.
De pomp werkt onregelmatig.
8
Oorzaak
Oorzaak
Oorzaak
De pomp loopt te snel, waardoor
cavitatie ontstaat vóór het vullen.
De kogel van het terugslagventiel is
erg versleten of is ingeklemd in het
spruitstuk of de zitting.
De zitting is erg versleten.
De inlaat of uitlaat is verstopt.
Inlaat- of uitlaatventiel gesloten.
De inlaatfittingen of spruitstukken zitten
los.
De O-ringen van het spruitstuk zijn
beschadigd.
Versleten kogels, zittingen of O-ringen
van terugslagventiel.
Luchtventiel zit vast of is vuil.
De kogel van het terugslagventiel is
erg versleten en is ingeklemd in het
spruitstuk of de zitting.
De stuurklep is versleten, beschadigd
of verschoven.
De pakking van het luchtventiel is
beschadigd.
Doseerventiel verstopt.
Verstopte aanzuigleiding.
Klevende of lekkende kogels van
terugslagventiel.
Membraan (of reserve) gescheurd.
Geblokkeerde uitlaat.
De stuurkleppen zijn beschadigd of
versleten.
Het luchtventiel is beschadigd.
De pakking van het luchtventiel is
beschadigd.
De luchttoevoer is onregelmatig.
De geluiddemper van de uitlaat heeft
ijsafzetting.
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Verminder de druk aan de luchtinlaat.
Vervang kogel en zitting.
Vervang kogel en zitting.
Vrijmaken.
Zet hem open.
Vastdraaien.
Vervang de O-ringen.
Vervangen.
Haal het luchtventiel uit elkaar en maak
deze schoon.Gebruik gefilterde lucht.
Vervang kogel en zitting.
Vervang de stuurklep.
Vervang de pakking.
Ontlast de druk en maak het ventiel
schoon.
Nakijken; vrijmaken.
Reinigen of vervangen.
Vervangen.
Maak uitlaat vrij.
Vervang de stuurkleppen.
Vervang het luchtventiel.
Vervang de pakking van het luchtventiel.
Repareer de luchttoevoer.
Gebruik een drogere luchttoevoer.
334428J