1. Lijn de gaten op de riser van de uitbreidingskaart uit met de geleiders op de systeemkaart.
2. Druk op de ontgrendelingsknop op de riser en houd de randen van de riserkaart 4 in de connector op de systeemkaartconnector.
3. Draai de geborgde schroef aan om de riserkaart 4 aan de computer te bevestigen.
1. Installeer het luchtschild.
2. Installeer de
bovenplaats van het
3. Volg de procedure in
Nadat u in de computer hebt
Systeemkaart
De systeemkaart verwijderen
1. Volg de procedure in
Voordat u in de computer gaat
OPMERKING:
De servicetag van uw computer bevindt zich op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in het BIOS-
installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
OPMERKING:
Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met
behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de
systeemkaart hebt vervangen.
OPMERKING:
Noteer, voordat u de kabels losmaakt van de systeemkaart, de locatie van de connectoren zodat u de kabels
correct opnieuw kunt aansluiten nadat u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
2. Verwijder de
bovenplaat van het
3. Verwijder het luchtschild.
4. Verwijder de koelventilator.
5. Verwijder het
linker
bedieningspaneel.
6. Verwijder het
rechter
bedieningspaneel.
7. Verwijder de
linker
muurbeugel.
8. Verwijder de
rechter
muurbeugel.
9. Verwijder de geheugenmodule.
10. Verwijder de
riserkaart
1.
11. Verwijder de
riserkaart
2.
12. Verwijder de
riserkaart
3.
13. Verwijder de
riserkaart
4.
14. Verwijder de
processors en de
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de systeemkaart aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan:
70
Onderdelen verwijderen en plaatsen
systeem.
gewerkt.
werken.
systeem.
koelplaatmodule.