Advertenties
Quick Links
Gebruikershandleiding
Buitenschroefmaat met niet-roterende spindel
Veiligheidsmaatregelen
Om de veiligheid van de gebruiker te garanderen, dient dit instrument te worden gebruikt
in overeenstemming met de richtlijnen, functies en specificaties in deze gebruikershandleiding.
Gebruik onder andere omstandigheden kan de veiligheid in gevaar brengen.
VOORZICHTIG
Toont risico's die kunnen leiden tot licht of matig letsel.
Hanteer de scherpe meetvlakken van dit product altijd voorzichtig om letsel te vermijden.
OPMERKING
Toont risico's die kunnen leiden tot schade aan eigendommen.
• Niet demonteren of wijzigen.
• Gebruik of bewaar het product niet op een plaats met plotselinge temperatuurschommelingen.
Pas het product vóór gebruik aan de omgevingstemperatuur aan.
• Bewaar het product niet op een plaats met een hoge luchtvochtigheid of veel stof.
• Breng roestwerende behandeling aan na gebruik als het product wordt gebruikt op een
plaats waar het direct wordt blootgesteld aan spatten van koelvloeistof, enz. Roest kan
een storing veroorzaken.
• Oefen geen overmatige kracht uit en stel het instrument niet bloot aan plotselinge
schokken zoals vallen.
• Verwijder voor en na gebruik stof, spaantjes, enz.
• Vuil op de spindel kan tot storingen leiden. Als de spindel vuil wordt, veeg deze dan
schoon met een doek die een kleine hoeveelheid alcohol bevat en breng een kleine
hoeveelheid schroefmaatolie aan (onderdeelnr. 207000).
Inhoudsopgave
1. Namen van componenten ......................................................................................... Pagina 1
2. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik ......................................................................... Pagina 1
3. Instellen referentiepunt.............................................................................................. Pagina 1
4. Meetmethode ............................................................................................................ Pagina 1
5. Hoe de schaalverdeling af te lezen ........................................................................... Pagina 2
6. Spindel losheid aanpassen ....................................................................................... Pagina 2
7. Specificaties .............................................................................................................. Pagina 2
8. Off-site reparaties (tegen betaling) ............................................................................ Pagina 2
1. Namen van componenten
■ 116-serie
MCN
②
③
④
⑤
⑥
⑦
①
①
Zwenkklem (om afstelglijlager vast te zetten)
⑤
Spindel (met verwisselbaar aambeeld/
②
Afstelmoer (voor afstellen verleing
spindeltipopening)
afstelglijlager)
⑥
Bus
③
Afstelglijlager (met verwisselbaar
⑦
Trommel
aambeeld/spindeltipopening)
⑧
Trommelkap
④
Verwisselbare aambeelden/spindeltips
⑨
Gevoeligheidsschroef
(optie)
⑩
Sleutel
1
Nr. 99MAA031N1
■ 122-serie
BLM
nl
⑪
■ 169-serie
PDM
PPM
⑪
⑫ ⑬
⑪
Aambeeld
⑫
Contactpunt
⑬
Spindel
⑭
Bus
2. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
■ Parallax
• Bij gebruik van een schroefmaat, bevinden het
referentielijnoppervlak op de bus en het oppervlak met
schaalverdeling op de trommel zich niet in hetzelfde vlak,
dus het punt waar de twee lijnen samenkomen, is afhankelijk
van de positie van uw ogen. Bij het lezen van de meetwaarden
doet u dit loodrecht vanaf het punt waar de referentielijn
op de bus overeenkomt met de schaalverdelingslijn
op de trommel.
• Als vanuit een andere richting (zoals op de afbeelding)
wordt gekeken, zal er een parallax van ongeveer 2 μm zijn.
⑧
⑨
■ Meetkracht
• Gebruik de gevoeligheidsschroef voor een consistente meetkracht.
• De juiste meetkracht wordt met de volgende procedure
bereikt: maak licht contact tussen de meetoppervlakken
en het werkstuk, stop even en draai de gevoeligheidsschroef
vervolgens handmatig ongeveer drie tot vijf keer.
⑩
■ Fouten vanwege oriëntatie
• Dit zal geen probleem opleveren met een kleine meetlengte. Het referentiepunt zal echter
enigszins veranderen als de oriëntatie wordt gewijzigd voor een gemiddelde (300 tot 500 mm)
of grote (500 mm of groter) schroefmaat.
• Lijn het referentiepunt uit en gebruik dezelfde oriëntatie als bij de werkelijke meting.
■ Voorzorgsmaatregelen na gebruik
• Maak het volledige product na gebruik schoon en controleer of geen van de onderdelen beschadigd is.
Als u het product op plaatsen gebruikt die zijn blootgesteld aan snijvloeistof op waterbasis, moet
u na reiniging altijd een roestwerende behandeling toepassen.
• Laat voor opslag een opening van 0,2 tot 2 mm tussen de meetoppervlakken open.
• Voor langdurige opslag brengt u antiroestbehandeling aan op de spindel met schroefmaatolie
(onderdeelnr. 207000).
⑫
⑬
⑭
⑮
⑯
⑰
⑱
⑭
⑮
⑯
⑰
⑱
⑮
Trommel
⑯
Trommelkap
⑰
Gevoeligheidsschroef
⑱
Sleutel
Trommel
Trommel
Huls
Huls
Referentielijn
Referentielijn
Draai deze ongeveer
drie tot vijf keer.
Mitutoyo Corporation 20-1, Sakado 1-Chome, Takatsu-ku, Kawasaki-shi, Kanagawa 213-8533, Japan
3. Instellen referentiepunt
• Gebruik voor instelling van het referentiepunt een periodiek geïnspecteerd (gekalibreerd)
meetinstrument (eindmaat, standaardinstelling voor buitenschroefmaat enz.).
• De instelling van het referentiepunt en het meten moeten in dezelfde richting
en omstandigheden worden uitgevoerd en volgens de onderstaande procedure.
1
Reinig beide meetoppervlakken van het aambeeld
en de spindel samen met de meter als deze wordt
gebruikt, dit om al het vuil of stof te verwijderen.
2
Voor meetbereik van 0 tot 25 mm:
Nadat u licht contact hebt gemaakt met beide
meetoppervlakken, stop dan even en pas dan de
juiste meetkracht toe (zie " ■ Meetkracht" in
"2. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik").
Voor boven het meetbereik van 0 tot 25 mm:
Na het klemmen van de instelmaat tussen de
meetoppervlakken, brengt u het meetoppervlak van
de spindel licht in contact met de instelmaat, stop even
en pas dan de juiste meetkracht toe (zie "■ Meetkracht"
in "2. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik").
3
Begin met meten of de nulschaalverdelingslijn lijn
op de trommel overeenkomt met de referentielijn
op de bus. Als ze niet overeenkomen, past u deze
als volgt aan.
• Als het referentiepuntverschil ± 0,01 mm of minder
is (afbeelding 1 en 2)
Plaats de bijgeleverde sleutel in de opening aan
de achterzijde van de referentielijn op de bus en
draai de bus totdat de referentielijn is uitgelijnd met
de nulschaalverdelingslijn op de trommel.
Voor meer informatie zie
referentievideo.
• Als het referentiepuntverschil ongeveer ± 0,01 mm
of hoger is (afbeelding 3)
Losdraaien
1
Draai de trommelkap los.
2
Duw de trommel naar buiten (in de richting van de
trommelkap) zodat deze vrij kan worden verplaatst
en lijn vervolgens de nulschaalverdeling uit met de
referentielijn op de bus.
3
Draai de trommelkap vast en zet de trommel terug
op zijn plaats.
Als het nulpunt iets afwijkt, pas dan aan volgens
"Als het referentiepuntverschil ± 0,01 mm of minder is".
4. Meetmethode
• Zorg dat vóór de meting een referentiepuntinstelling wordt uitgevoerd.
• Breng het meetoppervlak van de spindel langzaam in contact met het werkstuk.
Te snel bewegen kan het werkstuk vervormen en de meetresultaten beïnvloeden.
Breng de meetoppervlakken geleidelijk en licht in contact met het werkstuk in dezelfde richting
en omstandigheden als bij de instelling van de instelmaat, pas de juiste meetkracht toe en lees
vervolgens de aangegeven waarde af (zie "■ Meetkracht" in "2. Voorzorgsmaatregelen voor gebruik").
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Aandraaien
Publicatiedatum: 1 september 2020
Gedrukt in Japan
Advertenties
Gerelateerde Handleidingen voor Mitutoyo 122 Series
Samenvatting van Inhoud voor Mitutoyo 122 Series
- Pagina 1 • Laat voor opslag een opening van 0,2 tot 2 mm tussen de meetoppervlakken open. (optie) ⑩ Sleutel • Voor langdurige opslag brengt u antiroestbehandeling aan op de spindel met schroefmaatolie (onderdeelnr. 207000). Mitutoyo Corporation 20-1, Sakado 1-Chome, Takatsu-ku, Kawasaki-shi, Kanagawa 213-8533, Japan Publicatiedatum: 1 september 2020 Gedrukt in Japan...
- Pagina 2 Het te strak aandraaien van de trommel zorgt ervoor Sleutelschroef met de agent waar u het product hebt gekocht of met een verkoopvertegenwoordiger van Mitutoyo. dat de trommel zwaarder wordt bediend. • Onjuiste spindelbediening Als de spindel is bekrast, kunnen deze krassen interfereren terwijl de spindel zich terugtrekt, waardoor een bedieningsdefect ontstaat.