Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik - Nordson Prodigy HDLV Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Prodigy HDLV:
Inhoudsopgave

Advertenties

Assist Air (stuwlucht)
Stuwlucht is de luchtstroom die het poeder uit de pomp en
naar het pistool stuwt. In dit scherm kunt u de
stuwluchtwaarde verhogen of verlagen met een percentage
van de totale flow voor elke preset, om zo de pomp− en
spuitwerking te optimaliseren.
Zet de cursor bij het gewenste presetnummer en druk op o
om het percentage te selecteren, stel met de draaiknop de
gewenste waarde in en druk vervolgens opnieuw op o.
Raadpleeg de Prodigy−systeemgids voor problemen en
oplossingen 1066678 voor nog andere aanpassingen in de
werking.
About (Info)
Dit scherm geeft informatie over het pistoolnummer, de
instellingen voor spoelmodus en het versienummer van de
software. Als u belt voor technische ondersteuning, kan
men u vragen dit scherm te openen.
Pattern Flow (flowpatroon)
Zet de cursor bij PATTERN FLOW(flowpatroon) en druk op
o.
De Prodigy−patroonbesturingtrigger voor handbediende
pistolen wisselt tussen de presetinstellingen (Hoge modus)
en de Lage modus−instellingen, om zo het flowpatroon en
de poederflow naar wens aan te passen.
In de Lage modus staat rechts van het
pistoolpictogram een neerwaartse pijl weergegeven.
OPMERKING: Wanneer u presets aanpast terwijl u
verspuit in Lage modus, zal de besturing onmiddellijk
overschakelen naar de Hoge modus en poeder verspuiten
volgens de nieuwe presetinstellingen.
PATTERN TRIGGER (patroontrigger): Kies OFF (trigger
uitgeschakeld) of HI/LO (trigger ingeschakeld).

Gebruik

1. Controleer alle aansluitingen voor slangen en
elektrische bedrading. Controleer of de
poederaanzuigslang bij de poederhopper in de
pompadapter is gestoken.
2. Zet de spuitcabineafzuigventilator aan.
3. Zet de fluïdisatielucht aan en wacht tot het poeder in de
hopper fluïdiseert.
4. Zet de hoofdschakelaar van de pompbesturing aan.
5. Zet de hoofdschakelaar van de pistoolbesturing aan.
LOW PATTERN AIR (luchtflowpatroon lage modus):
Stel het luchtflowpatroon in. De standaardwaarde is 0,20
SCFM (kubieke voet/minuut) = 0,35 SCMH (kubieke
meter/uur).
LOW POWDER FLOW (poederflow lage modus): Stel
het percentage in voor poederflow. De standaardwaarde is
20%.
Spoelen
Raadpleeg Configuratie voor de instellingen voor spoeling.
Een spoelingcyclus gaat als volgt:
1. Soft Purge (zacht spoelen): Pompstuwlucht wordt
teruggevoerd naar de poedertoevoer (Soft Siphon) en
vervolgens naar het spuitpistool (Soft Gun). Zo wordt
poeder verwijderd uit de pomp, de slangen en het
pistool.
2. Pulse Purge (gepulseerd spoelen): Gepulseerde
spoellucht wordt vanaf de pomp naar de poedertoevoer
geleid (Siphon Pulses), en vervolgens vanaf de pomp
naar het spuitpistool (Gun Pulses). Pulse On (Puls
aan) stelt de tijdsduur in van elke luchtpuls, Pulse Off
(Puls uit) de intervalduur tussen luchtpulsen.
Spoelen start door indrukken van de toets Kleurwisseling.
Als uw systeem twee pistolen heeft, zorg dan dat beide
pistolen in de spuitcabine gericht zijn voordat u ze gaat
spoelen. De standaard− en spoelinginstellingen zijn:
SOFT SIPHON: 1,00 − 10,00 seconde(n), in stappen van
0,25, standaard is 8 seconden.
SOFT GUN: 1 − 10,00 seconde(n), in stappen van 0,25,
standaard is 8 seconden.
PULSE ON: 0,1 − 1,00 seconde, in stappen van 0,05,
standaard is 0,2 seconde.
PULSE OFF: 0,1 − 1,00 seconde, in stappen van 0,05,
standaard is 0,30 seconde.
SIPHON PULSES: 1 − 99 pulsen, standaard is 7.
GUN PULSES: 1−99 pulsen, standaard is 13.
6. Vul het spuitpistool met poeder en start vervolgens de
productie.
Het pistool vullen
Voordat u de productie start moeten de poederslang en het
pistool voorgevuld worden met poeder. Richt het pistool in
de spuitcabine en haal de trekker aan. Laat de trekker los
zodra poeder uit het pistool spuit en begin dan met de
productie.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave