Aanzuig van buitenlucht
Via deze tuit wordt verse buitenlucht aangezogen. Dit kanaal
moet thermisch en dampdicht geïsoleerd zijn om condensatie
aan de buitenzijde van het kanaal te voorkomen.
Afvoer naar buiten
Via deze tuit wordt de afvoerlucht naar buiten afgevoerd. Dit
kanaal moet thermisch en dampdicht geïsoleerd zijn om conden-
satie aan de binnen- en buitenzijde van het kanaal te voorkomen.
Er wordt geadviseerd een dakdoorvoer te gebruiken die geen
condensatie- of regenwater naar binnen laat. Als dit niet het
geval is, moeten de onderdelen van het kanalensysteem tussen
deze afvoertuit en de dakdoorvoer waterdicht gemonteerd zijn.
De unit voert het eventuele water af via de condensafvoer.
Toevoer naar de woning voor laagbouw
Via deze tuit wordt de opgewarmde lucht naar de woning
toegevoerd. Als het een laagbouwunit betreft, bevindt deze
aansluiting zich aan de onderzijde. De toevoertuit naar de
woning voor hoogbouw is niet in gebruik.
Voor een optimaal comfort is het noodzakelijk dat een Itho
geluiddemper type FGD 180-50 over de toevoertuit naar de
woning wordt gemonteerd.
Toevoer naar de woning voor hoogbouw
Als het een hoogbouwunit betreft, bevindt de aansluiting zich
aan de bovenzijde. De toevoertuit naar de woning voor laag-
bouw is niet in gebruik.
Retour uit woning voor laagbouw en hoogbouw
Via deze tuiten wordt de retourlucht uit de woning afgezogen.
De kanalen hoeven niet thermisch te worden geïsoleerd. Deze
twee tuiten staan intern met elkaar in verbinding. Daardoor kan
zowel voor laagbouw als voor hoogbouw situaties voor de
retourluchtaansluiting een vrije keuze worden gemaakt, welke
van deze twee tuiten hiervoor wordt gebruikt. Het is ook moge-
lijk beide tuiten te gebruiken, wat de weerstand van het kanalen-
systeem ten goede komt. De rode tuitdop sluit de eventueel niet
gebruikte tuit af.
3.6
Aansluiten van condensafvoer
De condensafvoerleiding bevindt zich aan de onderzijde van de
HRU ECO-fan 3. Deze moet goed aangesloten worden om te
voorkomen dat de unit wordt beschadigd door condenswater.
De lijmverbinding van de bijgeleverde condensafvoeraansluiting
heeft een uitwendige diameter van 40 mm. De overige benodig-
de materialen worden door derden geleverd.
Op deze condensafvoer kan door middel van een lijmverbinding
een slangpilaar worden gemonteerd, waaraan een slang met een
minimale binnendiameter van 20 mm moet worden gemonteerd.
Zorg dat de slang diep genoeg in het sifon steekt (minimaal
30 mm onder water). Snijd het uiteinde van de slang schuin af.
Het is ook mogelijk de condensafvoer met pvc binnenriolering-
materiaal vast aan te sluiten. In dat geval moet een voorziening
worden getroffen om het sifon bij te kunnen vullen.
Giet water in het sifon om een waterslot te krijgen en controleer
hierbij ook de condensafvoer op lekkage.
Let op dat niet alle delen van de sifon worden verlijmd zodat de
sifon eventueel gereinigd kan worden.
11