Montage
Uitlijning wijzigen
1
– De beide bevestigingsbeugels aan de achterzijde van het SmartBoard naar buiten (1) drukken
en tegelijkertijd de houders uit de geleidingen trekken.
2
– De houders van de ene zijde naar de andere zijde verplaatsen (2).
– Druk de houders in de geleidingen, tot ze hoorbaar vergrendelen.
Ö De uitlijning van het SmartBoard is gewijzigd.
16
Montage
4.3
Installatie bij het voertuig
– Gebruik de maten van de technische tekening voor het uitvoeren van de boringen (hoofdstuk "5
Bediening", pagina 18).
– Bevestig het SmartBoard op het voertuigchassis met vier bouten M8 en de bouten aanhalen.
Maximaal aanhaalmoment: 15 Nm.
– Leg de kabels volgens het aansluitschema parallel aan al aanwezige kabelbomen. Maak grote
lussen als kabels te lang zijn.
– Bekabel het SmartBoard met de Trailer EBS-modulator. Druk de kabelstekker met voorspanning
in de steekplaats. Alle aansluitingen moeten zijn voorzien van een kabel of een afsluitdop.
– Bevestig de kabel uitsluitend aan star met het onderdeel verbonden elementen, bijv.
voertuigchassis. Bevestiging aan flexibele elementen kan leiden tot kabelbreuk en lekkages.
– Bevestig de kabels en stekkers zo, dat geen trekspanningen of dwarskrachten op de
stekkerverbindingen ontstaan. Vermijd het leggen van kabels over scherpe randen of in de
nabijheid van agressieve middelen (bijv. zuren).
– Fixeer de kabels maximaal 30 cm na het apparaat, bijv. met een kabelbinder.
17