Electronic Extension Module Foutcodes
Code op
Diagnostic Code Beschrijving
SmartBoard
Op steekplaats GIO15, pin 3, is een onderdeel herkend dat niet is
1712-11
2740311
geparametreerd.
Het onderdeel of de kabel bij de stekker GIO15, pin 4, heeft een kortsluiting
1728-03
2765103
naar 24 V.
Het onderdeel of de kabel bij de stekker GIO15, pin 4, heeft een kortsluiting
1728-04
2765204
naar massa.
1728-05
2765305
Het onderdeel of de kabel bij de stekker GIO15, pin 4, is niet aangesloten.
Op steekplaats GIO15, pin 4, is een onderdeel herkend dat niet is
1728-11
2765911
geparametreerd.
Het onderdeel of de kabel bij de stekker GIO13, pin 1, heeft een kortsluiting
1744-03
2790703
naar 24 V.
Het onderdeel of de kabel bij de stekker GIO13, pin 1, heeft een kortsluiting
1744-04
2790804
naar massa.
1744-05
2790905
Het onderdeel of de kabel bij de stekker GIO13, pin 1, is niet aangesloten.
Op steekplaats GIO13, pin 1, is een onderdeel herkend dat niet is
1744-11
2791511
geparametreerd.
Het onderdeel of de kabel bij de stekker subsysteem, pin 5 (Kl. 15) heeft een
1760-03
2816303
kortsluiting naar 24 V.
Het onderdeel of de kabel bij de stekker subsysteem, pin 5 (Kl. 15) heeft een
1760-04
2816404
kortsluiting naar massa.
Bij de stekker van het subsysteem pin 5 (Kl. 15) is geen onderdeel
1760-05
2816505
aangesloten.
Op steekplaats van het subsysteem, pin 5 (Kl. 15) is een onderdeel herkend
1760-11
2817111
dat niet is geparametreerd.
De voedingsspanning naar de elektronische uitbreidingsmodule is lager dan
1905-03
3048303
9 V.
De voedingsspanning naar de elektronische uitbreidingsmodule is hoger dan
1905-04
3048404
30 V.
Geen echosignaal van de ultrasoonsensor 1 (links) ontvangen. Sensor of
1920-02
3072202
sensorkabel defect, resp. niet ingestoken.
1920-03
3072303
De kabel naar de ultrasoonsensor 1 (links) kabel heeft kortsluiting naar 24 V.
De kabel naar de ultrasoonsensor 1 (links) kabel heeft kortsluiting naar
1920-04
3072404
massa.
De kabel van de spanningsvoeding voor de ultrasoonsensor(en) bij de GIO17
1921-03
3073903
kabel heeft een kortsluiting naar 24 V.
De kabel naar de spanningsvoeding voor de ultrasoonsensor(en) bij de
1921-04
3074004
GIO17 of GIO18 heeft een kortsluiting naar massa.
Geen echosignaal van de ultrasoonsensor 2 (rechts) ontvangen. Sensor of
1936-02
3097802
sensorkabel defect, resp. niet ingestoken.
De kabel naar de ultrasoonsensor 2 (rechts), kabel heeft kortsluiting naar
1936-03
3097903
24 V.
De kabel naar de ultrasoonsensor 2 (rechts), kabel heeft kortsluiting naar
1936-04
3098004
massa.
De kabel van de spanningsvoeding voor de ultrasoonsensor(en) bij de GIO18
1937-03
3099503
kabel heeft een kortsluiting naar 24 V.
De kabel naar de spanningsvoeding voor de ultrasoonsensor(en) bij de
1937-04
3099604
GIO17 of GIO18, kabel heeft een kortsluiting naar massa.
Annuleren van de TailGUARD™-functie door een sensorfout. Deze fout kan
1952-12
3124412
ook bij sterke bijgeluiden ontstaan.
Annuleren van de TailGUARD™-functie door een sensorfout op het
1968-12
3150012
hoofdvlak. Deze fout kan ook bij sterke bijgeluiden ontstaan.
1968-14
3150214
TailGUARD™ gedeactiveerd tijdens achteruitrijden.
60
Electronic Extension Module Foutcodes
Code op
Diagnostic Code Beschrijving
SmartBoard
Annuleren van de TailGUARD™-functie door een sensorfout op het
1969-12
3151612
uitgebreide vlak. Deze fout kan ook bij sterke bijgeluiden ontstaan.
1984-12
3175612
Annuleren van de TailGUARD™-functie door een fout in de Trailer EBS.
Algemeen annuleren van de TailGUARD™-functie door een te hoge snelheid
1985-12
3177212
bij achteruitrijden of fouten in de TailGUARD™-onderdelen tijdens bedrijf. Let
op de extra informatie (schakelvlak "Info").
2032-02
3251402
Het signaal van de wegsensor 2 is niet plausibel.
2032-03
3251503
De kabel naar de wegsensor 2 heeft een kortsluiting naar 24 V.
2032-04
3251604
De kabel naar de wegsensor 2 heeft een kortsluiting naar massa.
De kabel naar de wegsensor 2 is niet aangesloten of defect. Deze fout kan
2032-05
3251705
ook ontstaan in combinatie met de fout "Spanningsvoeding te laag", dan
negeren.
Op steekplaats GIO13, pin 4, is een onderdeel herkend dat niet is
2032-11
3252311
geparametreerd.
2048-02
3277002
Het signaal van de wegsensor 1 is niet plausibel.
2048-03
3277103
De kabel naar de wegsensor 1 heeft een kortsluiting naar 24 V.
2048-04
3277204
De kabel naar de wegsensor 1 heeft een kortsluiting naar massa.
2048-05
3277305
De kabel naar de wegsensor 1 is niet aangesloten of defect.
Op steekplaats GIO14, pin 4, is een onderdeel herkend dat niet is
2048-11
3277911
geparametreerd.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO17 of GIO18) heeft een storing
2080-03
3328303
door een te hoge spanning. Controleer de sensorkabel.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO17 of GIO18) heeft een
2080-04
3328404
kortsluiting naar massa. Controleer de sensorkabel.
Op de leiding van de LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO17 of GIO18) is
2080-05
3328505
geen sensor aangesloten.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren heeft communicatieproblemen.
2080-09
3328909
Schakel het contact uit en weer in.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO17 of GIO18) heeft een storing
2081-03
3329903
door een te hoge spanning. Controleer de sensorkabel.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO17 of GIO18) heeft een
2081-04
3330004
kortsluiting naar massa. Controleer de sensorkabel.
2081-13
3330913
De ultrasoonsensoren zijn niet geconfigureerd.
De ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) heeft een interne fout. Ontstaat deze
2097-12
3356412
fout vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) heeft een interne fout. Ontstaat deze
2098-00
3356800
fout vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) heeft een interne fout. Ontstaat deze
2099-00
3358400
fout vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) heeft een interne fout. Ontstaat deze
2100-12
3361212
fout vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) heeft een interne fout. Ontstaat deze
2101-12
3362812
fout vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) heeft een sensormembraanfout. Zorg
2102-12
3364412
dat het sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de
fout nog steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
De kabel naar de ultrasoonsensor 1 (hoofdvlak links) is onderbroken of
een nieuwe ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de
2103-05
3365305
inbedrijfstelling van TailGUARD™, de fout negeren en de inbedrijfstelling
herhalen.
De ultrasoonsensor 2 (hoofdvlak rechts) heeft een interne fout. Ontstaat deze
2113-12
3382012
fout vaker, vervang dan de sensor.
61