Electronic Extension Module Foutcodes
Code op
Diagnostic Code Beschrijving
SmartBoard
De ultrasoonsensor 1 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2261-12
3618812
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 1 (GIO16) heeft sensormembraanfout. Zorg dat het
2262-12
3620412
sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de fout nog
steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
De kabel naar de ultrasoonsensor 1 (GIO16) is onderbroken of een nieuwe
2263-12
3622012
ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de TailGUARD™
inbedrijfstelling, de fout negeren en de inbedrijfstelling herhalen.
De ultrasoonsensor 2 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2273-12
3638012
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 2 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2276-12
3642812
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 2 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2277-12
3644412
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 2 (GIO16) heeft sensormembraanfout. Zorg dat het
2278-12
3646012
sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de fout nog
steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
De kabel naar de ultrasoonsensor 2 (GIO16) is onderbroken of een nieuwe
2279-12
3647612
ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de TailGUARD™
inbedrijfstelling, de fout negeren en de inbedrijfstelling herhalen.
De ultrasoonsensor 3 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2289-12
3663612
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 3 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2292-12
3668412
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 3 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2293-12
3670012
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 3 (GIO16) heeft sensormembraanfout. Zorg dat het
2294-12
3671612
sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de fout nog
steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
De kabel naar de ultrasoonsensor 3 (GIO16) is onderbroken of een nieuwe
2295-12
3673212
ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de TailGUARD™
inbedrijfstelling, de fout negeren en de inbedrijfstelling herhalen.
De ultrasoonsensor 4 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2305-12
3689212
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 4 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2308-12
3694012
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 4 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2309-12
3695612
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 4 (GIO16) heeft sensormembraanfout. Zorg dat het
2310-12
3697212
sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de fout nog
steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
De kabel naar de ultrasoonsensor 4 (GIO16) is onderbroken of een nieuwe
2311-12
3698812
ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de TailGUARD™
inbedrijfstelling, de fout negeren en de inbedrijfstelling herhalen.
De ultrasoonsensor 5 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2321-12
3714812
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 5 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2324-12
3719612
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 5 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2325-12
3721212
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 5 (GIO16) heeft sensormembraanfout. Zorg dat het
2326-12
3722812
sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de fout nog
steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
64
Electronic Extension Module Foutcodes
Code op
Diagnostic Code Beschrijving
SmartBoard
De kabel naar de ultrasoonsensor 5 (GIO16) is onderbroken of een nieuwe
2327-12
3724412
ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de TailGUARD™
inbedrijfstelling, de fout negeren en de inbedrijfstelling herhalen.
De ultrasoonsensor 6 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2337-12
3740412
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 6 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2340-12
3745212
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 6 (GIO16) heeft een interne fout. Ontstaat deze fout
2341-12
3746812
vaker, vervang dan de sensor.
De ultrasoonsensor 6 (GIO16) heeft sensormembraanfout. Zorg dat het
2342-12
3748412
sensormembraan schoon is en de sensor vrij zicht heeft. Ontstaat de fout nog
steeds voortdurend, vervang dan de sensor.
De kabel naar de ultrasoonsensor 6 (GIO16) is onderbroken of een nieuwe
2343-12
3750012
ultrasoonsensor is nog niet aangeleerd. Ontstaat de fout bij de TailGUARD™
inbedrijfstelling, de fout negeren en de inbedrijfstelling herhalen.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO16) heeft een storing door een te
2352-03
3763503
hoge spanning. Controleer de sensorkabel.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO16) heeft een kortsluiting naar
2352-04
3763604
massa. Controleer de sensorkabel.
Op de leiding van de LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO16) is geen
2352-05
3763705
sensor aangesloten.
De LIN-bus naar de ultrasoonsensoren (GIO16) heeft
2352-09
3764109
communicatieproblemen. Schakel het contact uit en weer in.
2353-13
3766113
De ultrasoonsensoren (GIO16) zijn niet geconfigureerd.
Het achteruitrijdsignaal is niet beschikbaar of ligt buiten het geldige bereik.
2368-02
3789002
Controleer de CAN-verbinding van de 24 V CAN bij poort GIO12 naar het
voertuig.
Het achteruitrijdsignaal is niet plausibel. Schakel het contact uit en weer
in. Verrijd het voertuig en schakel bij stilstand de achteruitrijversnelling
2368-12
3790012
in. Controleer het achteruitrijversnellingssignaal op een kortsluiting met
voedingsspanning.
De ingang van de druksensor heeft een kortsluiting naar de
2384-03
3814703
voedingsspanning. Controleer de bekabeling.
De ingang van de druksensor heeft een kortsluiting naar massa. Controleer
2384-04
3814804
de bekabeling.
De druksensor detecteert en remdruk, hoewel niet wordt geremd. Controleer
2384-14
3815814
de werking van de druksensor en indien nodig de magneetkleppen en de
Select-High-klep op lekkages.
De voedingsleiding van de druksensor heeft een kortsluiting naar de
2385-03
3816303
voedingsspanning. Controleer de bekabeling.
De voedingsleiding van de druksensor heeft een kortsluiting naar massa.
2385-04
3816404
Controleer de bekabeling.
De voedingsleiding voor het remlicht (GIO12, pin 1) is niet aangesloten. Het
2400-05
3840505
remlicht kan niet worden aangestuurd. Controleer de bekabeling.
De voorraaddruk in de achterruimtebewaking is te hoog. Controleer de
2416-00
3865600
voorraaddruk, de drukbegrenzingsklep en de druksensor.
2416-01
3865701
De voorraaddruk in de achterruimtebewaking is te laag.
De druksensor detecteert een remdruk bij een te hoge of ongeldige
voertuigsnelheid. Controleer de TailGUARD™-kleppen op lekdichtheid,
2432-12
3892412
evenals de kleppen en de druksensor en de kabels hiervan op kortsluitingen
naar de voeding.
Het statuslampje of de kabel hiervan heeft een kortsluiting naar de
2448-03
3917103
voedingsspanning. Controleer de bekabeling.
65