Aanvullende informatie
Schakel apparatuur uit die storing veroorzaakt of plaats deze
uit de buurt van de receiver (of plaats antennes verder weg
van de apparatuur die de storing veroorzaakt).
U kunt geen radiozenders automatisch selecteren.
Sluit een buitenantenne aan (zie bladzijde 16).
Storing tijdens afspelen van een cassette.
Plaats het cassettedeck uit de buurt van de receiver, tot de
ruis verdwijnt.
Er is geen geluid of er klinkt herrie wanneer bronnen met
DTS worden afgespeeld.
Controleer of de instellingen van de speler juist zijn en/of de
uitvoer van het DTS-signaal is ingeschakeld. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de DVD-speler.
De afstandsbediening doet het niet.
Vervang de batterijen (bladzijde 9).
Blijf binnen 7 m en 30º van de sensor op het voorpaneel
(bladzijde 9).
Verwijder het obstakel of ga op een andere plaats zitten of
staan.
Vermijd blootstelling van de afstandsbedieningssensor op het
voorpaneel aan direct licht.
Druk op de toets (RECEIVER) van de afstandsbediening en
schakel over op de bedieningsmodus van de receiver.
De display is donker.
Druk herhaaldelijk op DIMMER op de afstandsbediening om
naar de standaardinstelling terug te keren.
Tijdens de ECO Mode kan de helderheid tussen 2 niveaus
worden afgewisseld. Als het meest gedimde niveau wordt
geselecteerd, verschijnt DIMMER in de display. (Andere
modes dan ECO: 4 niveaus, ECO Mode: 2 niveaus)
De receiver herkent iPod touch/iPhone niet.
Probeer het volgende.
1. Houd de slaapstandtoets en hometoets op de iPod
touch of de iPhone meer dan 10 seconden lang
tegelijkertijd ingedrukt om opnieuw op te starten.
2. Schakel de receiver in.
3. Sluit de iPod touch/iPhone aan op de receiver.
De display knippert en kan niet worden bediend
Afhankelijk van het ingangssignaal of de luistermodus, zijn er
mogelijk functies die niet kunnen worden geselecteerd.
HDMI
Geen geluid of beeld.
Als het probleem blijft aanhouden terwijl uw HDMI-
component rechtstreeks is aangesloten op uw monitor, dient
u de handleiding van de component of de monitor te
raadplegen of contact op te nemen met de fabrikant voor
ondersteuning.
Er is geen beeld.
De videosignalen die vanaf het analoge video-aansluitpunt
binnenkomen worden niet door het HDMI-aansluitpunt
uitgevoerd. De videosignalen die vanaf het HDMI-aansluitpunt
binnenkomen worden niet door het analoge video-
aansluitpunt uitgevoerd. Het type kabel tussen de ingang en
uitgang dient telkens hetzelfde te zijn.
Afhankelijk van de uitgangsinstellingen van de
broncomponent kan het zijn dat er een video-indeling wordt
verzonden die niet kan worden weergegeven. Wijzig de
uitgangsinstellingen van de bron, of voer de aansluiting uit
met de contactstekers van de composiet video.
Deze receiver is geschikt voor HDCP . Controleer of de
apparatuur die u aansluit ook geschikt is voor HDCP . Als dat
niet het geval is, sluit ze dan aan met de contactstekers van de
composiet video.
Afhankelijk van het aangesloten apparaat is het mogelijk dat
het apparaat niet werkt met deze receiver (zelfs als het
geschikt is voor HDCP). Sluit hem in dat geval aan met de
contactstekers voor de composiet video tussen de bron en de
receiver.
Als er geen beeld op de TV verschijnt, probeert u de instelling
voor de resolutie of Deep Color, of een andere instelling voor
het apparaat te wijzigen.
Om signalen in Deep Color uit te voeren, gebruikt u een
®/
HDMI-kabel (High Speed HDMI
™-kabel) om deze receiver te
verbinden met een apparaat of TV met de Deep Color-functie.
Het OSD-scherm (Home Menu, enz.) wordt niet getoond.
Het schermmenu (OSD) verschijnt niet wanneer u uw televisie
met behulp van de HDMI-uitgang hebt aangesloten. Gebruik
composietaansluitingen wanneer het systeem wordt
ingesteld.
Er is geen geluid of het geluid stopt plotseling.
Controleer of de HDMI-instelling op AMP is ingesteld
(bladzijde 28).
Als de component een DVI-apparaat is, gebruikt u een
afzonderlijke aansluiting voor de audio.
Bij digitale audio-overbrenging in HDMI-formaat duurt het
langer voordat dit door het apparaat wordt herkend. Daarom
is het mogelijk dat er een onderbreking in het geluid is bij het
overschakelen tussen de audio-indelingen of het beginnen
met afspelen.
Door het aan- en uitzetten van het apparaat dat tijdens de
weergave op het HDMI OUT-aansluitpunt van dit systeem is
aangesloten, of door het aan- of afsluiten van de HDMI-kabel
tijdens de weergave kan ruis of een storing in het geluid
ontstaan.
Belangrijke informatie over de HDMI-aansluiting
Er zijn gevallen waarin u de HDMI-signalen niet via deze
receiver kunt leiden (dit is afhankelijk van de component met
HDMI-functie die u aansluit - raadpleeg de fabrikant voor
informatie over HDMI-compatibiliteit).
Wanneer u via deze receiver de HDMI-signalen niet goed
kunt ontvangen (vanaf uw component), dient u de volgende
configuratie te proberen tijdens het aansluiten.
Configuratie
Sluit uw HDMI-geschikte bronapparaat rechtstreeks aan op
het beeldscherm via een HDMI-kabel. Gebruik vervolgens de
handigste aansluiting (digitaal is aanbevolen) voor het
doorgeven van het audiosignaal aan de receiver. Zie de
gebruiksaanwijzingen voor nadere details over de
audioaansluitingen. Zet de geluidssterkte van het
beeldscherm in de minimumstand bij het gebruik van deze
aansluitmethode.
Opmerking
• Afhankelijk van het apparaat, kan het audio-
uitgangssignaal beperkt zijn tot het aantal kanalen dat
beschikbaar is van het aangesloten beeldscherm (zo kan
bijvoorbeeld het audio-uitgangssignaal worden beperkt
tot 2 kanalen bij een videomonitor met niet meer dan
stereo-geluidsweergave).
• Wanneer u de ingangsbron wilt omschakelen, moet u de
functies op zowel de receiver als uw scherm
omschakelen.
• Omdat het geluid op de display gedempt is wanneer de
HDMI-aansluiting wordt gebruikt, dient u het volume op
de display elke keer dat u tussen ingangsbronnen
schakelt bij te stellen.
07
07
35
Nl