Afkoeling van de cv-installatie
Verlaag de kamertemperatuur tijdens de nachtrust en als u
niet thuis bent. Dit kan het eenvoudigst en betrouwbaarst wor-
den gerealiseerd door een kamerthermostaat met individueel
selecteerbare tijdprogramma's. Stel de kamertemperatuur
tijdens de minimale-temperatuurtijden ca. 5 °C lager in dan
tijdens de maximale temperatuurtijden. Met een afkoeling
van meer dan 5 °C bespaart u niet meer energie, aangezien
dan voor de volgende maximale temperatuurperiode een
hogere verwarmingscapaciteit nodig is. Alleen bij langere af-
wezigheid, zoals bv. vakantie, loont het zich de temperaturen
verder te verlagen. Let er echter wel op, dat er in de winter
voldoende vorstbeveiliging is gegarandeerd.
Kamertemperatuur
Stel de kamertemperatuur niet hoger in dan net voldoende
is om u comfortabel te voelen. Iedere graad daarboven betekent
een hoger energieverbruik van ongeveer 6 %. Houd bij het
instellen van de kamertemperatuur ook rekening met het ge-
bruik van de kamer. Zo is het bijvoorbeeld in het normale
geval niet nodig slaapkamers of weinig gebruikte kamers
op 20 °C te verwarmen.
Instellen van de bedrijfsfunctie
In het warme jaargetijde, als de woning niet hoeft te worden
verwarmd, adviseren wij de verwarming op zomerfunctie
te zetten. De cv-functie is dan uitgeschakeld, maar het toe-
stel of de installatie blijft in bedrijf voor de warmwaterfunctie.
Gelijkmatig verwarmen
Vaak wordt in een woning slechts één kamer verwarmd
met de centrale verwarming. Via de oppervlaktes die deze
kamer omgeven, zoals wanden, deuren, ramen, plafond en
vloer worden onverwarmde aangrenzende kamers onge-
controleerd meeverwarmd en gaat er onbedoeld warmte-
energie verloren. Het vermogen van de radiator in deze
ene verwarmde kamer is voor een dergelijk gebruik na-
tuurlijk niet meer voldoende. Het gevolg is dat de kamer
niet meer voldoende wordt verwarmd en deze onbehaag-
lijk koud aanvoelt (overigens ontstaat hetzelfde effect, als
er deuren openstaan tussen de verwarmde kamer en niet
of beperkt verwarmde kamers). Dit is verkeerde zuinigheid:
de verwarming staat aan en toch is het in de kamer niet
behaaglijk warm. Een groter verwarmingscomfort en een
meer efficiënt gebruik wordt bereikt als alle kamers in
een woning gelijkmatig en in overeenstemming met het
gebruik worden verwarmd. Overigens kan ook het bouw-
materiaal nadelig worden beïnvloed als delen van het
pand niet of onvoldoende worden verwarmd.
Thermostatische radiatorkranen en
kamer(klok)thermostaten
Het zou vandaag de dag vanzelfsprekend moeten zijn om
op alle radiatoren (thermostatische) radiatorkranen te
plaatsen. Ze zorgen ervoor dat de eenmaal ingestelde
kamertemperatuur exact wordt aangehouden. Met behulp
van (thermostatische) radiatorkranen in combinatie met
een kamer(kolk)thermostaat (of weersafhankelijke rege-
ling) kunt u de kamertemperatuur aanpassen aan uw in-
Bedieningshandleiding hrSOLIDE plus / 0020094382_00
Aanwijzingen voor het gebruik 3
dividuele behoeftes en bent u zeker van een efficiënt ge-
bruik van uw cv-installatie. Laat in de kamer, waarin zich
de kamer(klok)thermostaat bevindt, steeds alle radiator-
kranen volledig geopend, aangezien de beide regelingen
elkaar anders over en weer beïnvloeden en de regelkwa-
liteit kan worden beperkt. Vaak kan het volgende gebrui-
kersgedrag worden geconstateerd: als het in de kamer te
warm wordt, worden de (thermostatische) radiatorkranen
dichtgedraaid (of de kamer(klok)thermostaat op een lagere
temperatuur gezet). Als het na een tijdje weer te koud wordt,
wordt de (thermostatische) radiatorkraan weer openge-
draaid. Dit is niet nodig aangezien de temperatuurregu-
lering wordt overgenomen door de (thermostatische)
radiator-kraan zelf. Als de kamertemperatuur boven de
op de sen-sorkop ingestelde waarde stijgt, sluit de
(thermostatische) radiatorkraan automatisch en bij het
dalen onder de in-gestelde waarde opent deze weer.
Regelapparatuur niet afdekken
Zorg ervoor dat de regelapparatuur niet wordt afgedekt
door meubels, gordijnen of andere voorwerpen. De circu-
lerende kamerlucht moet ongehinderd kunnen worden
gedetecteerd. Afgedekte (thermostatische) radiatorkra-
nen kunnen met afstandssensoren worden uitgerust en
blijven daardoor werken.
Gepaste warmwatertemperatuur
Het warme water dient slechts zover opgewarmd te
worden als het voor het gebruik nodig is. Elke verdere
opwarming leidt tot onnodig energieverbruik; warm-
watertemperaturen van meer dan 60 °C veroorzaken
bovendien in versterkte mate kalkaanslag.
Instelling van de warmstartfunctie
De warmstartfunctie levert direct warm water met de
gewenste temperatuur zonder opwarmtijden te hoeven
afgewachten. Hiervoor wordt de secundaire-warmtewis-
selaar op een vooraf ingesteld temperatuurpeil gehouden.
Zet de temperatuurkeuzeknop niet hoger dan de benodigde
temperatuur om energieverlies te voorkomen. Als u lan-
gere tijd geen warm water nodig hebt, adviseren wij voor
verdere energiebesparing de warmstartfunctie uit te
schak elen.
Bewuste omgang met water
Door bewust om te gaan met water kunnen de verbruiks-
kosten duidelijk dalen. Bijvoorbeeld douchen in de plaats
van een bad te nemen: terwijl voor een bad ca. 150 liter
water nodig is, heeft een met moderne, waterbesparende
armaturen uitge-ruste douche slechts ca. een derde van
deze hoeveel-heid nodig. Overigens: een druppelende
waterkraan verspilt tot 2000 liter water, een lekkende
toiletspoeling tot 4000 liter water per jaar. Daarentegen
kost een nieuwe pakking slechts een paar eurocent.
7