2 Bezorging en verwerking
Transport
De F1155 dient verticaal en droog te worden vervoerd
en opgeslagen. De F1155 mag tijdens verplaatsing in
een gebouw 45 ° naar achteren leunen.
Voorzichtig!
Het zwaartepunt van het product kan zich naar
achteren verplaatsen!
Als de compressormodule er rechtop uit wordt getrok-
ken en getransporteerd, kan de F1155 op de achterkant
getransporteerd worden.
Verwijder de buitenste panelen om deze tijdens het
verplaatsen in kleine ruimtes in gebouwen te bescher-
men.
De compressor module verwijderen
De warmtepomp kan uiteen worden gehaald door de
compressor module uit de kast te verwijderen. Dit ver-
eenvoudigt het transport en onderhoud.
Zie pagina 63 voor instructies over de demontage.
Montage
Plaats de F1155 op een stevige ondergrond die het
gewicht kan dragen, bij voorkeur op een betonnen
vloer of een betonnen fundament. Gebruik de ver-
stelbare poten van het product voor een horizontale
en stabiele installatie.
30 - 50 mm
Het gebied waar de F1155 wordt geplaatst, moet
zijn voorzien van afwatering in de vloer.
De warmtepomp moet in een niet-geluidsgevoelige
ruimte met de rugzijde tegen een buitenmuur wor-
NIBE™ F1155
den gezet om storende geluiden tegen te gaan. In-
dien dit niet mogelijk is, moet de opstelling in nabij-
heid van slaapkamers of andere geluidsgevoelige
kamers worden vermeden.
Muren van geluidsgevoelige ruimten moeten met
geluidsisolatie worden uitgerust, waar u de eenheid
ook plaatst.
Laat leidingen zodanig lopen dat ze niet worden
bevestigd aan binnenmuren die aan een slaap- of
woonkamer grenzen.
Installatiegebied
Laat een ruimte van 800 mm over aan de voorzijde van
het product. Er is ongeveer 50 mm vrije ruimte vereist
voor het openen van de zijpanelen. De zijpanelen
hoeven niet te worden geopend tijdens servicewerk-
zaamheden, want alle werkzaamheden aan de F1155
kunnen vanaf de voorkant worden uitgevoerd. Laat
0
R
ruimte vrij tussen de warmtepomp en de muur erachter
(en gelegde aanvoerkabels en -leidingen) om de kans
op het produceren van trillingen te verminderen.
(50)
* Een normale installatie vereist 300 - 400 mm (alle zijkanten)
voor aansluiting op apparatuur, zoals niveaureservoirs, kleppen
en elektrische apparatuur.
(50)
Hoofdstuk 2 |
Bezorging en verwerking
5