tisch de elektrische stappen toe aan de minst geladen
fase.
Noodstand
Indien de warmtepomp is ingesteld op de noodstand
(SF1 is ingesteld op
), worden uitsluitend de meest
benodigde functies geactiveerd.
De compressor is uit en de verwarming wordt gere-
geld door het elektrische verwarmingselement.
Er wordt geen warm water aangemaakt.
De laadmonitor is niet aangesloten.
Voorzichtig!
Schakelaar (SF1) mag niet in stand " " of "
worden gezet voordat de F1155 met water is
gevuld. Anders kunnen de temperatuurbegren-
zer, thermostaat, compressor of elektrische
bijverwarming beschadigd raken.
Elektrisch verwarmingsvermogen in noodstand
Het vermogen van het elektrische verwarmingselement
in de back-upstand wordt ingesteld met de dip-switch
(S2) op de printplaat van het elektrische verwarmings-
element (AA1) volgens de onderstaande tabel. De fa-
brieksinstelling is 3,5 kW voor de F1155-6 en 6 kW voor
de F1155-16.
3x400V (maximaal elektrisch vermogen, bij levering
aangesloten 7 kW voor de F1155-16)
kW
1
2
1
uit
uit
2
uit
uit
aan
3
uit
uit
aan
4
uit
uit
aan
5
aan
uit
aan
6
aan
uit
aan
7
aan
uit
aan
3x400V (maximaal elektrisch vermogen, aangeslo-
ten op 9 kW voor de F1155-16)
kW
1
2
2
uit
uit
4
uit
uit
aan
6
aan
uit
aan
9
aan
uit
aan
NIBE™ F1155
3
4
5
uit
uit
uit
aan
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
uit
uit
aan
uit
aan
uit
aan
aan
3
4
5
uit
uit
aan
uit
aan
uit
aan
aan
aan
aan
3x400 V voor F1155-6
kW
1
0,5
aan
1,0
uit
1,5
aan
2,0
uit
2,5
aan
3,0
uit
3,5
aan
4,0
uit
4,5
aan
5,0
uit
"
5,5
aan
6,0
uit
6,5
aan
3x230V voor de F1155-6
kW
1
0,5
uit
1,0
uit
1,5
uit
2,0
uit
2,5
uit
3,0
aan
3,5
aan
6
4,0
aan
4,5
aan
uit
1x230V voor de F1155-6
uit
kW
1
0,5
aan
uit
1,0
uit
1,5
aan
2,0
uit
2,5
aan
3,0
uit
6
3,5
aan
uit
4,0
uit
uit
4,5
aan
uit
2
3
4
uit
uit
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
aan
aan
uit
aan
aan
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
aan
uit
aan
aan
uit
2
3
4
aan
uit
uit
uit
uit
aan
aan
uit
aan
uit
uit
aan
aan
uit
aan
uit
uit
aan
aan
uit
aan
uit
uit
aan
aan
uit
aan
2
3
4
uit
uit
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
uit
aan
uit
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
5
6
uit
uit
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
aan
uit
uit
aan
uit
aan
aan
aan
aan
aan
aan
aan
aan
aan
5
6
uit
uit
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
uit
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
uit
5
6
uit
uit
uit
uit
uit
uit
uit
aan
uit
aan
aan
uit
aan
uit
aan
aan
aan
aan
23